Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.
Items in this lesson
Beeldaspect
Vorm
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kenmerken een vorm bezit.
Slide 2 - Slide
Wat is vorm?
Overal om je heen zie je vormen die door de natuur of door mensenhanden zijn gemaakt. Als je tekent, schildert, iets boetseert of construeert, dan creëer je ook vormen. Vormen zijn te herkennen aan bepaalde kenmerken.
Slide 3 - Slide
Een tweedimensionale vorm is een platte vorm of vlakke vorm. Deze vorm meet je met twee maten: lengte en breedte.
Een driedimensionale vorm is een ruimtelijke vorm. Deze vorm meet je met drie maten: breedte, hoogte en diepte.
Tweedimensionale vorm
Driedimensionale vorm
Tweedimensionaal vs. driedimensionaal
Slide 4 - Slide
Je kunt vormen verdelen in organische en geometrische vormen.
Organische vormen zijn natuurlijke vormen (mens, dier, plant). De vormen zijn zo gegroeid. Organische vormen zijn moeilijk te meten, omdat ze vaak grillig zijn. Deze vormen bestaan vaak uit vloeiende lijnen.
Geometrische vormen zijn meetkundige vormen (wiskundige vormen). Dit betekent dat je deze vormen kunt meten en maken. Deze vormen zijn door mensen bedacht.
Organisch vs. geometrisch
Slide 5 - Slide
Organische vormen
Geometrische vormen
Slide 6 - Slide
Gedetailleerd vs. gestileerd
Als je een voorstelling terugbrengt tot de meest simpele grondvormen, noem je dat stileren (of vereenvoudigen). Je laat dan details weg. Een gestileerde vorm is een heel eenvoudig weergegeven vorm. Het tegenovergestelde is een gedetailleerde vorm. Hier zie je een stier (Picasso, 1945) die steeds verder gestileerd is.
Slide 7 - Slide
Open vs. gesloten
In een open vorm is lege ruimte opgenomen die licht en lucht doorlaat. Hierdoor maakt het een lichte indruk.
Een gesloten vorm is een vorm zonder openingen. Een gesloten vorm maakt een zware indruk.
Slide 8 - Slide
Open vorm
Gesloten vorm
Slide 9 - Slide
Symmetrisch vs. asymmetrisch
Als een vorm uit twee gelijke helften bestaat, noem je dit symmetrisch. De twee delen zijn elkaars spiegelbeeld.
Een vorm die niet symmetrisch is. noem je asymmetrisch.
Slide 10 - Slide
Symmetrisch
Asymmetrisch
Slide 11 - Slide
Regelmatig vs. onregelmatig
Een regelmatige vorm is zo opgebouwd dat je ziet dat er aan bepaalde regels is voldaan. Een regelmatige vorm is ordelijk.
In onregelmatige vormen zie je geen afspraken in maten en vormen terug.
Slide 12 - Slide
Regelmatige vorm
Onregelmatige vorm
Slide 13 - Slide
Enkelvoudig vs. samengesteld
Als een vorm uit één stuk bestaat, dan is het een enkelvoudige vorm.
Een samengestelde vorm bestaat uit meer (verschillende) vormen. Deze vorm is uit verschillende delen opgebouwd.
Slide 14 - Slide
Enkelvoudige vorm
Samengestelde vorm
Slide 15 - Slide
Vorm vs. restvorm
De open ruimte die in, om, tussen of naast een vorm overblijft, is de restvorm.
Soms lijkt de restvorm zelf ook een voorstelling te vormen, in dat geval is het de vraag wat de vorm en wat de restvorm is!
Slide 16 - Slide
Opdracht
Teken in je tekenmap 8 hokjes. In iedere hokje teken je in het klein 1 soort vorm uit die uitleg die we net behandeld hebben.