Stemgebruik en lichaamstaal

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Stemgebruik en lichaamstaal

Doelen:

Je kent de volgende begrippen:
- intonatie, houding, gebaren, gezichtsuitdrukking

Je kunt de lichaamstaal van een ander aflezen en je kunt op basis daarvan aangeven hoe een ander zich voelt

Lichaamstaal

Houding - open/ontspannen
           - zenuwachtig?
                         - aankijken/wegkijken

Gebaren - handen gebruiken

gezichtsuitdrukking - fronsen/verbaasd kijken/lachen

Welke lichaamstaal zie je bij iemand die zich blij voelt?

Waar kun je aan zien dat iemand zich niet fijn voelt?

Stemgebruik

volume en intonatie

hard/zacht?

Hoe spreekt iemand? 
welke woorden krijgen nadruk?
monotoon?

enthousiast?

rustig/snel?

Presentatie

Als iemand presenteert, let je op de volgende dingen:

1. Intonatie -> hoe spreekt iemand?
2. Houding -> hoe staat iemand?
3. Gebaren -> hoe beweegt iemand?
4. Gezichtsuitdrukking -> welke emotie laat iemand zien met zijn/haar gezicht?

Maar ook:

Inhoud

Opbouw (inleiding, middenstuk, slot)

Aandachtstrekker/uitsmijter
Wordt er duidelijk gesproken (structuur/samemenhang)?
Geschikt voor het publiek (onderwerp, taalgebruik, lay-out presentatie)?

Houding presentatie

Je krijgt zo een filmpje te zien van Guido Weijers. Let tijdens het kijken op de volgende dingen:

1. Intonatie/stemgebruik
2. Houding
3. Gebaren
4. Gezichtsuitdrukking

Wat viel op in het filmpje?

Goed presenteren

Als je iets presenteert, is het heel belangrijk wat je uitstraalt. 

Lichaamshouding (non-verbale communicatie) bepaalt voor meer dan de helft hoe jouw boodschap/presentatie overkomt. 

Hoe praat jij wanneer jij iets ernstigs wilt bespreken?

Wat viel op aan het stemgebruik van de Koning?

Wat viel op aan het stemgebruik van Martin Luther King?

Wat is jullie opgevallen aan de houding en het stemgebruik van Pink?

Nieuw Nederlands

Je hoort de reclame twee keer achter elkaar. Het stemgebruik in de twee reclames verschilt. Let op intonatie en volume van de spreker!

In de eerste reclame hoor je ... verschil in de intonatie van de spreker.

In de eerste reclame spreekt de spreker ...

In de eerste reclame hoor je ... verschil in het volume.

In de tweede reclame wisselt de spreker... hoge en lage tonen af.

In de tweede reclame hoor je ... verschil in tempo.

In de tweede reclame spreekt de spreker ...

veel

weinig

snel

langzaam

veel

weinig

wel

niet

veel

weinig

hard

zacht

hard en zacht

opdracht

1. Werk in tweetallen. Lees het gedicht drie keer aan elkaar voor en probeer tijdens het voorlezen steeds verschillende dingen uit met je stem: verschil één keer in intonatie, één keer in tempo en één keer in volume.

2. Lees nu voor zoals het beste vindt passen bij het gedicht.

wat heb ik geleerd over stemgebruik en lichaamstaal?

Ik weet zeker dat ik dat goed kan

Ik denk als ik een beetje oefen het mij wel lukt

Ik vind dat lastig en denk niet dat het mij lukt