2122 havo maatschappijleer periode 3 week 5

Vandaag (week 5) 
Kort herhalen 5.1
Theorie en opdrachten: 
5.2  ontwikkeling van de verzorgingsstaat 
 5.3 onderwijs
 5.4 gezondheidszorg 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vandaag (week 5) 
Kort herhalen 5.1
Theorie en opdrachten: 
5.2  ontwikkeling van de verzorgingsstaat 
 5.3 onderwijs
 5.4 gezondheidszorg 

Slide 1 - Slide

Centrale vraag  paragraaf 5. 1

Wat is een verzorgingsstaat? 

Slide 2 - Slide

Wat is een verzorgingsstaat?
A
De overheid zorgt voor een minimumuitkering
B
de overheid zorgt actief voor welvaart en het welzijn van burgers
C
Mensen zorgen voor elkaar
D
Er is sprake van hoge zorguitgaven

Slide 3 - Quiz

Onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid zorgen voor .....% van de totale uitgaven van het Rijk
A
25%
B
50%
C
70%
D
95%

Slide 4 - Quiz

Het dilemma van de verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat = de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van de bevolking.




Wanneer moeten mensen hun eigen problemen oplossen en wanneer moet de overheid helpen?
Burger-maatschappelijk middenveld-markt-overheid??? 




Slide 5 - Slide

Wie is verantwoordelijk? Wat kiest de politiek? 
Wat vind jij? 

Slide 6 - Slide

Peuterspeelzalen (1-4 jaar) met extra aandacht voor taalachterstand

Slide 7 - Slide

Thuiszorg voor ouderen die niet zelfstandig meer kunnen wonen 

Slide 8 - Slide

Geen inkomen meer door het faillisement van je eigen bedrijf

Slide 9 - Slide

Een maandelijks bedrag om van te leven als je studeert aan MBO, HBO of Universiteit.

Slide 10 - Slide

Tandartszorg voor iedereen onder de 18 

Slide 11 - Slide

Paragraaf 5.2
Centrale vraag: hoe heeft de verzorgingsstaat zich ontwikkeld? 

Slide 12 - Slide

Welke politieke stromingen kennen we ook alweer? 
(19e en 20e eeuw) 

  • Liberalen
  • Sociaal-democraten
  • Christendemocraten

Hoe denken zij over de  verzorgingsstaat? 
Kun je dit afleiden? 

Slide 13 - Slide

Liberale visie
sociaaldemocratische visie 
Christendemocratische visie 

Slide 14 - Drag question

Belangrijke begrippen: 
Liberale visie: eigen verantwoordelijkheid, markt 

Sociaaldemocratische visie: overheid sterk sturende rol, sociale ongelijkheid verminderen, gelijke kansen voor iedereen

Christendemocratische visie: Overheid heeft aanvullende rol, naast mantelzorg (familie en omgeving) en maatschappelijk middenveld. 

Slide 15 - Slide

Ontwikkeling in 4 periodes
  • tot 1850 nachtwakersstaat
  • 1850-1950  overgangsperiode
  • 1950-nu verzorgingsstaat
  • Nu-toekomst: aanpassingen zijn nodig (vergrijzing/ontgroening) 

Korte samenvatting: komt op magister. Niet meeschrijven. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

na 1945

Slide 21 - Slide

na 1990

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

2015 

Slide 26 - Slide

Welk voorbeeld past goed bij de participatiesamenleving?
A
Mensen moeten hard en lang werken in fabrieken en mijnen
B
Als je in de bijstand komt, krijg je meer dan genoeg geld om van rond te komen
C
Iedereen moet voor zichzelf zijn eigen AOW betalen
D
Bij je oma langsgaan om boodschappen voor haar deur te zetten

Slide 27 - Quiz

zet in de juiste volgorde van tijd
Nachtwakersstaat
Overgangsperiode
Verzorgingsstaat
Afbouw verzorgingsstaat
Participatiesamenleving

Slide 28 - Drag question

Centrale vraag  paragraaf 5. 

Waarom is het belangrijk dat iedereen de kans krijgt zichzelf te ontwikkelen? 

Slide 29 - Slide

Overheid & onderwijs: 3 doelen
1. zorgen voor een goed opgeleide beroepsbevoling
2. ongelijkheid terugdringen
3. iedereen de kans geven zijn of haar talenten te ontwikkelen 

Slide 30 - Slide

Sociale ongelijkheid: een ongelijke verdeling in de maatschappij van kennis, inkomen, status en (politieke) macht. 
Ongelijke kansen: mensen met dezelfde talenten hebben niet dezelfde kansen in de samenleving. 
Dit leidt tot sociale ongelijkheid. 
Werkboek blz 155

Slide 31 - Slide

Centrale vraag  paragraaf 5.4 

Met wie kun je te maken krijgen als je zorg nodig hebt? 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Ik ben ouder dan 18
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Zorgkosten???? 
Huisarts, ziekenhuis, verpleegtehuis, medicijnen.....
Wie betaalt dat? 

Boven 18: verplicht een zorgverzekering 
Maandelijkse premie en belasting
Zorgtoeslag 
eigen risico 385,- euro 
Onder de 18: dan ben je gratis meeverzekerd met je ouders/verzorgers. 
Waarom is dat denk je? 
ZVW= 
zorg
verzekerings
wet 

Slide 35 - Slide

Wie is er verantwoordelijk voor het betalen van jouw zorgverzekering als je 18 jaar bent?
A
ouders
B
jij zelf
C
de overheid
D
Het Koning Willem 1 College

Slide 36 - Quiz

Wat hoort niet bij de Zorgverzekeringswet - Zvw
A
verplicht ziektekostenverzekering af te sluiten
B
Het basispakket staat vast
C
Aanvullend verzekeren is mogelijk
D
Een verzekeraar mag mensen weigeren!

Slide 37 - Quiz

Een zorgverzekering
A
is voor werkenden verplicht.
B
is niet verplicht voor iedereen.
C
is voor iedereen verplicht
D
is een vrijwillige aanvullende verzekering.

Slide 38 - Quiz

I. De kosten voor de basisverzekering van die zorgverzekering moet je zelf betalen.
II. De overheid betaalt het eigen risico van de verzekerden.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 39 - Quiz

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 40 - Quiz

Volgende week
Lees 5.1 t/m 5.4 door
mogelijkheid tot vragen stellen

5.5 t/m 5,7 behandelen

uitreiken proeftoets

Slide 41 - Slide