2 B2.3 / T2.4 Productiefactoren

Economie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

H2 Thuis en buitenshuis
Paragraaf 3 B: Productie in bedrijven
Paragraaf 4 KT: De productie van behang
Dit heb ik klaar liggen:
  • pen, 
  • papier
  • rekenmachine 

Slide 2 - Slide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 2 paragraaf 3 uitleg B
Hoofdstuk 2 paragraaf 4 uitleg T
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 3 - Slide


BK

Maken Hoofdstuk 2:
paragraaf 5
+
Rekentrainer
+
Leren 2.5


KGT

Maken Hoofdstuk 2:
paragraaf 3
+
Rekentrainer
+
Leren 2.3

Huiswerk 17 november

Slide 4 - Slide

Rekentrainer
Controleren

Slide 5 - Slide

Doel 2.3: B
  • Ik kan benoemen wat er nodig is bij de productie in bedrijven.

Slide 6 - Slide

Doel 2.4: T
  • Ik kan benoemen wat er nodig is voor betaalde productie.
  • Ik ken de productiefactoren
  • Ik weet wat investeren is.

Slide 7 - Slide

H2.3B 

Productie in bedrijven
H2.4T

De productie van behang

Slide 8 - Slide

Productiefactoren 

Slide 9 - Slide

Kapitaalgoederen

Slide 10 - Slide

Arbeid

Slide 11 - Slide

Natuur

Slide 12 - Slide

Productiefactoren
Kapitaal = huisvesting, machines, transportmiddelen

Arbeid = noodzakelijke arbeid voor de productie

Natuur = grondstoffen en energie 
                            voor productie

Slide 13 - Slide

Investeren
De aankoop van kapitaalgoederen door bedrijven.

Slide 14 - Slide

Opdracht 4-1
Nora en Elmer hebben naast hun werk in huis allebei een betaalde baan. Gebruik het staafdiagram (zie bron).
a) Wie van beiden werkt de meeste uren tegen betaling?
 Elmer / Nora werkt het meest.
Elmer: 54-35=19 uur
Nora: 49-25=24 uur

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Betaalde productie

Een kenmerk van de productie door bedrijven is de betaling.

Slide 17 - Slide


BK

Maken Hoofdstuk 2:
paragraaf 3
+
Rekentrainer
+
Leren 2.3


KGT

Maken Hoofdstuk 2:
paragraaf 4
+
Rekentrainer
+
Leren 2.4

Huiswerk 24 november

Slide 18 - Slide

Huiswerk
  1. Start met de uitleg bij de rekentrainer,
  2. maak de rekentrainer, 
  3. lees de theorie, 
  4. maak de paragraaf,
  5. leer de paragraaf. 

Slide 19 - Slide

Planning:
Vrijdag: rekentrainer paragraaf 4
Maandag: maken paragraaf 4
Dinsdag: leren paragraaf 4

Slide 20 - Slide

Doel bijstellen of nieuw doel?

Slide 21 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 22 - Slide