1.2 Massa en volume

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Waar denk je aan bij
massa en volume?

Lesdoel

Na deze les kan ik:

- eenheden van volume en massa omrekenen

- het volume berekenen met de onderdompelmethode

- uitleggen wanneer iets drijft of zinkt

Massa

Een groot blok hout is zwaarder dan een klein blokje hout.

Ieder voorwerp heeft dus een massa.

De massa weeg je met een weegschaal (balans) of bovenweger.

De eenheid van massa is g of kg. Deze moet je ook kunnen omrekenen.

Volume bij vloeistoffen

De ruimte die een vloeistof inneemt noem je volume.

Een grote fles cola heeft een groter volume dan een klein blikje.

De eenheid van volume is L of mL. Deze moet je ook kunnen omrekenen.

Volume bij vaste stoffen

Ook vaste stoffen hebben een volume.

Bij rechte vormen kan je deze berekend door; 

lengte x breedte x hoogte

Bij onregelmatige vormen gebruik je de onderdompelmethode.

DOEN

Maak vraag 1 tm 14

Vraag 9 en 10 zijn KGT (uitleg hierna)

Dichtheid (kgt)

Sommige stoffen zijn gevaarlijk.

Er staan dan op de verpakking pictogrammen (plaatjes) die je waarschuwen.

In de volgende slide zie je de belangrijkste.

Nakijken 

Kijk samen met de docent de vragen na.

Doe nu het practicum over volume bepalen.

Wat moet je doen

je krijgt een maatcilinder en 3 verschillende voorwerpen

Vul de maatcilinder met wat water, schrijf dit volume op

Laat het voorwerp in de maatcilinder zakken, schrijf het volume op

Bepaal nu het volume van het voorwerp.

Reflectie

Vul de korte reflectie in.

Geef jezelf een TOP (compliment)

Vul de 4 smiley in.

Volgende keer

Fasen en faseovergangen

Lesdoel

Na deze les kan ik:

- diverse stofeigenschappen noemen

- beschrijven wat een stofeigenschap is

- een stof herkennen aan zijn stofeigenschappen