H2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Welkom!
Pak je schrift voor je. 
Pak een pen. 
Doe je tas van tafel en je telefoon in je tas. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je schrift voor je. 
Pak een pen. 
Doe je tas van tafel en je telefoon in je tas. 

Slide 1 - Slide

Schrijf 1                              &                            2 op. 
-waardoor het is ontstaan?  en hoe heet het dal? 

Slide 2 - Slide

Noteer het de 4 nummers onder elkaar in je schrift, zet er het juiste begrip bij: 
- Gletsjer
- Gletsjerpoort
- Firnbekken
- Zijmorene

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
- Je kunt kenmerken opnoemen van de Rijn
- Je kunt 'slenk en horst' uitleggen
- Je begrijpt hoe een meander ontstaat

Slide 4 - Slide

Samen lezen van paragraaf 3

Slide 5 - Slide

Maak een tekening / schets van de verschillende fases van de rivier.
In de tekening moeten de begrippen
- bovenloop, middenloop, benedenloop, meander, delta.
Schrijf daarna op waar erosie plaatsvindt, en waar vooral sedimentatie plaatsvindt. 

Slide 6 - Slide

Bovenloop
Aan het begin van de rivier. 
In de bovenloop snijdt de Rijn zich door erosie in het landschap. Hier stroomt het water snel. 
De hoge stroomsnelheid zorgt ervoor dat het meegevoerde puin een diep V-vormig dal met steile wanden uitslijpt.

Slide 7 - Slide

Middenloop
Middelste gedeelte van de rivier.
Hoogteverschil wordt steeds kleiner, de rivier gaat minder snel stromen. 


er ontstaat Sedimentatie in langzaam stromende gedeeltes

Slide 8 - Slide

Meander

Slide 9 - Slide

Benedenloop
Laatste gedeelte van de rivier tot de monding
Hoogteverschil is erg klein, stroomsnelheid zakt af.


Veel sedimentatie

Slide 10 - Slide

H2.3 Het stroomgebied van de Rijn
- Je kunt het debiet van een rivier uitleggen
- Je weet hoe een delta ontstaat

Slide 11 - Slide

check 

Slide 12 - Slide

Debiet  

  •  Debiet: Het debiet is de gemiddelde hoeveelheid water, die per tijdseenheid door een rivier wordt afgevoerd, uitgedrukt in kubieke meters per seconde.

Slide 13 - Slide

Delta (heel veel sedimentatie) Aan de monding van de rivier

Slide 14 - Slide

Mk opdrachten v paragraaf 3
Klaar? Mk. blz 39

Slide 15 - Slide

De Bovenrijnse Laagvlakte
  • Vlakbij Basel is een gedeelte van de aardkorst naar beneden gezakt door een breuk. 
  • Het lagere gedeelte heet een slenk. Het hogere gedeelte is een horst. 
  • In de laagvlakte stroomt het water langzamer, en snijdt zich minder in het landschap. 

Slide 16 - Slide

De Bovenrijnse Laagvlakte
  • Het dal is er breed en de rivier neemt ruime bochten: meanders. 
  • In de buitenbocht stroomt het water sneller dan in de buitenbocht. 
  • In de buitenbocht wordt materiaal meegenomen, in de binnenbocht wordt het neergelegd. 
  • Later ontstaan daar hoefijzermeren. 

Slide 17 - Slide

De Middenrijn
  • In het middelste gedeelte van de Rijn baant de Rijn een weg door de bergen.
  • Het water zorgt ervoor dat het rivierdal steeds smaller wordt. 
  • De Rijn was vroeger een handelroute tussen Noord- en Zuid Europa. Kastelen waren om alles in de gaten te houden. 

Slide 18 - Slide

Fasen van erosie en sedimentatie

Slide 19 - Slide