Wereldoorlogen 9b

Wereldoorlogen 9b
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wereldoorlogen 9b

Slide 1 - Slide

Inhoud
Huiswerk
Opdracht 5 t/m 8
Herhaling
Uitleg
Huiswerk

Slide 2 - Slide

5 a: Een openluchtbijeenkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB).
Links: de Graalbeweging, een katholieke vrouwenbeweging. Rechts: leden van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP).
5 b: B en E.

6 a: Bijvoorbeeld:
‘Meer dan tienduizend Graalmeisjes demonstreerden in eenheid dat zij de wereld wilden bekeren en God zal overwinnen.’
‘Spontaan zongen veertigduizend mensen het lied “U, o God, loven wij!”’
6 b: Bijvoorbeeld:
‘Dat klonk over de wereldstad Amsterdam.’ Deze zin geeft aan dat ook mensen die niet tot de rooms-katholieke Graalbeweging behoorden het schouwspel konden horen.
‘Want boven de muren van het stadion wapperden de vlaggen met Graalkleuren en stonden Graalmeisjes in zeven kleuren in vlammend rood van liefde.’ Deze zin geeft aan dat ook mensen buiten het stadion die niet tot de rooms-katholieke Graalbeweging behoorden de symbolen van de rooms-katholieke Graalbeweging konden zien. 










Slide 3 - Slide

Huiswerk
7 a: Het opdelen van de samenleving in Nederland in drie richtingen: rooms-katholiek, protestants en socialistisch.

7 b: Rooms-katholiek, protestants en socialistisch.
7 c: De NSB wilde alle Nederlanders laten samen komen onder één leider. De NSB vond dat één leider alle macht moest hebben.

8 a: Techniek en affiches. Met de nieuwe druktechnieken konden affiches in kleur worden gemaakt. Met die affiches konden veel meer mensen worden bereikt.
8 b: Door beter onderwijs konden steeds meer mensen lezen, zodat je ze kon bereiken met kranten en tijdschriften. 





Slide 4 - Slide

Herhaling
Beantwoord onderstaande vragen:
  • Wat houdt het nationalisme in? Leg kort uit.
  • Welke drie bewegingen van massaorganisatie had Nederland?
  • Wat is de 'verzuiling'?
  • Welke verschillende vormen van massacommunicatie ontstaan er? Leg van elke kort uit hoe zij hielpen bij de massaorganisatie.
timer
8:00

Slide 5 - Slide

Politiek
Rond 1920 was in veel Europese landen het algemeen kiesrecht ingevoerd. Politieke leiders deden hun best om de aandacht van de kiezers te trekken via massacommunicatie.
 
Veel kiezers hadden weinig tot geen opleiding, waardoor het lastig was om kritisch na te denken over de politiek. Er werd daarom vaak naar radicale leiders met een eenvoudige boodschap geluisterd. 
Zij vertelden dat zij armoede konden aanpakken met eenvoudige aanpakken. Vele kiezers geloofden hierin.

Slide 6 - Slide

Stemmen, stemmen, stemmen
Zodra een partij de meerderheid van de stemmen had gekregen, probeerden ze alle mensen in het land op één manier te laten denken. Ze beheersten de gedachten en het denken van mensen geheel. Dit is totalitarisme. In een totalitair land mocht niemand iets anders denken dan de leider. Alleen zijn partij was toegestaan. Wie openlijk kritiek had werd opgesloten in een gevangenis of concentratiekamp.

Slide 7 - Slide

Indoctrinatie
Totalitaire bewegingen indoctrineerden de inwoners (Doctrina = leer - voorschriften over hoe mensen moeten denken en leven). Vooral kinderen werden geïndoctrineerd, want zij waren makkelijk te beïnvloedden. Er werd daarom vooral gefocust op jeugdbewegingen. Het onderwijs werd gelijkgeschakeld: er waren alleen lessen volgens de doctrine van de partij. Zo werden vele jongeren fanatieke aanhangers van de partij.

Slide 8 - Slide

Knokploegen
Totalitaire leiders stookten het volk op tegen 'vijanden'. De bevolking werd aangepraat dat zij meer waarde hadden, dan andere volkeren. 
Met een groot en sterk leger kon je de baas spelen over buurlanden en mensen trotser maken over het eigen land. Gebruik van geweld werd daarbij voorgesteld als iets goeds. Het leger werd enorm verheerlijkt - militarisme.
Om tegenstanders bang te maken werden knokploegen opgericht. In uniformen gingen se WA (Weer Afdeling) of SA (Sturm Abteilung) de straat op. 

Vele mensen zagen door de economische crisis (1929) geen uitweg meer. Ze gingen snel geloven in de radicale ideeën.
In Duitsland kreeg Adolf Hitler hierdoor enorm veel stemmen. Zo kon Hitler een dictator worden. 

Slide 9 - Slide

Totalitaire bewegingen
Totalitaire bewegingen hadden verschillende namen, maar de verschillen waren niet enorm groot:
  • Communisme in Rusland (Lenin/Stalin)
  • Fascisme in Italië (Mussolini)
  • Nationaalsocialisme in Duitsland (Hitler)

In alle totalitaire landen was er een dictatuur. Het symbool van de partij (hakenkruis, hamer en sikkel) zag je overal. Er was een geheime politie om mensen die 'verkeerd' dachten op te sporen. Met terreur werd de bevolking gedwongen te gehoorzamen. Er was overal propaganda. Een leider werd vereerd als een god. 

Toch lukte het niet om de samenleving geheel te controleren. Kerken werden niet verboden, omdat miljoenen anders in opstand zouden komen. De communisten vermoorden wel tienduizenden priesters, maar stonden kerkdiensten wel toe. Ook buiten de kerk waren er altijd mensen die zo min mogelijk van de machthebbers aantrokken.
 

Slide 10 - Slide

Huiswerk
HB blz. 92/93

WB blz. 104/105
Opdracht 9 t/m 13



Slide 11 - Slide