Herhaling H15 BOA

Je kunt alleen gestraft worden voor een handeling als deze hieraan voorafgaand strafbaar was gesteld in een wet in formele zin.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je kunt alleen gestraft worden voor een handeling als deze hieraan voorafgaand strafbaar was gesteld in een wet in formele zin.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quiz

Jan wordt verdacht van diefstal. Voordat Jan voor de rechter verschijnt, wordt de wet veranderd: diefstal is niet langer strafbaar meer. Wat geldt nu voor Jan?
A
Hij zal niet gestraft worden.
B
Hij wordt gewoon gestraft.

Slide 2 - Quiz

Janzien begaat een strafbaar feit. Toen zij dit feit beging, stond er een maximum straf van 3 jaar gevangenisstraf op. Voordat ze voor de rechter verschijnt, verandert de wet en wordt de maximale straf teruggebracht tot 2 jaar. Welke straf kan zij nu maximaal opgelegd krijgen?
A
2 jaar.
B
3 jaar.

Slide 3 - Quiz

De Nederlandse strafwet is ook van toepassing op de zee met een roeiboot tot 15 zeemijl vanaf de kust.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 4 - Quiz

Johann is Duitser en begaat aan boord van een Nederlands vliegtuig boven internationale wateren een strafbaar feit. Voor welke wet wordt hij nu gestraft?
A
Nederlandse strafwet.
B
Duitse strafwet.
C
Internationale strafwet.

Slide 5 - Quiz

Een schip varend onder Duitse vlag met een Kazachstaanse kapitein en Poolse matrozen vaart 15 zeemijl voor de kust van Frankrijk. Een Poolse matroos slaat de Kazachstaanse kapitein in elkaar. Welke strafwet is van toepassing?
A
Kazachstaanse.
B
Poolse.
C
Duitse.
D
Franse.

Slide 6 - Quiz

De algemene bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht zijn niet alleen van toepassing op dit wetboek, maar ook op andere strafbare feiten in andere wettelijke voorschriften, tenzij een wet in formele zin anders bepaalt.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 7 - Quiz

De norm is de maximale straf die iemand opgelegd kan krijgen als hij het betreffende misdrijf begaat.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 8 - Quiz

Kan iemand gestraft worden voor mishandeling als deze mishandeling niet wederrechtelijk was?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 9 - Quiz

Jan is 28 jaar, maar heeft het ontwikkelingsniveau van een 6-jarige. Hij mishandelt zijn buurman opzettelijk en zonder enig redelijk doel. Als hij de buurman ziet, begint hij namelijk direct op hem in te slaan. Jan wordt NIET gestraft. Wat is hiervan de oorzaak?
A
De handeling is niet wederrechtelijk.
B
De handeling bevat niet alle bestanddelen van mishandeling.
C
Het kan Jan niet worden verweten: geen schuld.

Slide 10 - Quiz

Als iemand een aangifte intrekt, stopt hiermee de vervolging door het OM.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 11 - Quiz

Het OM kan bij veel strafbare feiten ook zonder aangifte tot vervolging overgaan.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 12 - Quiz

Wie kunnen er aangifte doen?
A
Iedereen.
B
Iedereen die bekend is met een strafbaar feit.
C
Alleen het slachtoffer.

Slide 13 - Quiz

Het NIET opzettelijk doen van een valse aangifte is ook strafbaar. Als je een aangifte doet ben je er zelf verantwoordelijk voor om zeker te weten dat het strafbare feit ook daadwerkelijk gepleegd is.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 14 - Quiz

Het OM is verplicht na een aangifte van een bepaald strafbaar feit, vervolging in te stellen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 15 - Quiz

Wat is een absoluut klachtdelict?
A
Een strafbaar feit dat in alle gevallen alleen vervolgbaar is na een klacht.
B
Een strafbaar feit dat doordat het in de familierelatie wordt begaan alleen op klacht vervolgbaar is.

Slide 16 - Quiz

Wie zijn officieel bevoegd tot het ontvangen van een klacht?
A
De (H)OvJ.
B
De opsporingsambtenaar.
C
De Rechter-Commissaris.

Slide 17 - Quiz

Binnen hoeveel dagen kan een klacht worden ingetrokken?
A
5 dagen.
B
6 dagen.
C
7 dagen.
D
8 dagen.

Slide 18 - Quiz

Wie kunnen er klacht doen?
A
Iedereen.
B
Iedereen die bekend is met een strafbaar feit.
C
Alleen het slachtoffer.

Slide 19 - Quiz

Het OM kan een relatief klachtdelict ambtshalve (op eigen initiatief) vervolgen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 20 - Quiz