Begeleidingsmethodieken en begeleidingsstijlen A01E-VPZ1


les 15 Maart                                 A01E-VPZ1


BEGELEIDEN 
Begeleidingsmethodieken en begeleidingsstijlen herkennen en toepassen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


les 15 Maart                                 A01E-VPZ1


BEGELEIDEN 
Begeleidingsmethodieken en begeleidingsstijlen herkennen en toepassen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

huiswerk vorige keer
nabespreken vragen vorige keer

Ingeleverd?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

vragen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Professionele relatie: Een zorgrelatie is de professionele werkrelatie tussen een zorgverlener en een cliënt. Gericht op een vertrouwensband. Met respect, rekening houdend met de autonomie. 
Goede balans tussen betrokkenheid en afstand. 



Autonomie v.d. cliënt: zelfbeschikking. Het recht en de kans om zelf keuzes te maken, jezelf te kunnen zijn. Je kunt niet zomaar beslissingen voor iemand nemen of dwang uitvoeren. heb respect voor de autonomie van iemand.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

vragen ADL

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Begeleidingsgebieden/begeleidingsvragen/hulpvragen

  • visie op zorg en begeleiden opzoeken en ontdekken

  • Begeleidingsmethode en stijlen en techniek ontdekken en   toepassen in de praktijk


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen voor deze les die passen bij het onderwerp?!

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

wat versta je onder begeleiden

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Visie op begeleiding
Visie = een manier van kijken naar iets
je hebt een kijk, een mening over iets
visie is aanverandering onderhevig

- instellingsvisie: op de site van de stage instelling
- professionele visie/ persoonlijke visie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf je persoonlijke visie als het gaat om begeleiden.....wat vind je belangrijk?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

Binnenkijk TV - Op Kwadijkerpark 19 wonen mensen met een ernstige en matige verstandelijke beperking. De meeste mensen met hulp nodig bij de dagelijkse verzorging. Iedereen heeft een eigen kamer met eigen badkamer.
Wat valt je op aan
de visie op begeleiden
van deze woonvorm?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Begeleidingsgebieden/hulpvragen van cliënten
  • communicatie, contact maken, sociale leven
  • ADL 
  • activiteiten en dagbesteding
  • verzorgen van een veilige en prettige omgeving
  • overige: bv hulp bij financiën

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

op welke gebieden hebben jouw cliënten een hulpvraag/begeleiding nodig?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe worden de cliënten bij jou begeleid? wat hebben ze nodig?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

De autoritaire/autocratisch begeleidingsstijl
De begeleider: 
1. Controleert
2. Bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
3. Heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
4. Stelt hoge eisen aan de cliënt
5. Verwacht gehoorzaamheid van de cliënt
6. Vindt het belangrijkste doel van begeleiden het overdragen van kennis, vaardigheden en regels

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De democratische begeleidingsstijl
De begeleider:
1. begeleider communiceert veel met de cliënt
2. probeert aan te sluiten bij de belevingswereld
3. Neemt de mening van de cliënt serieus
4. biedt een gevoel van veiligheid en acceptatie
5. stelt passende eisen  bij situatie en mogelijkheden
6. toon responsief gedrag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bij de autoritaire begeleidingsstijl
A
Bepaalt de begeleider wat er moet gebeuren
B
staat de client centraal
C
Staat de situatie centraal
D
heeft de client veel keuzes

Slide 23 - Quiz

De begeleider: 
Controleert
Bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
Heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
Stelt hoge eisen aan de cliënt
Verwacht gehoorzaamheid van de cliënt
Vindt het belangrijkste doel van begeleiden het overdragen van kennis, vaardigheden en regels

De autoritaire begeleidingsstijl:
(2 antwoorden juist)
A
stimuleert de cliënt tot actie
B
is gericht op het naleven van regels en overdragen van vaardigheden
C
stelt hoge eisen aan de cliënt
D
geeft de cliënt het gevoel dat hij geaccepteerd wordt

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Noem 2 voorbeelden van goed gedrag van een begeleider die passen bij een democratische begeleidingsstijl

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welke valkuilen zijn er als je iemand begeleid? (meerdere antwoorden)
A
Overschatting
B
Onderschatting
C
Te veel gericht op problemen
D
Geen doelen geformuleerd

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Situationeel begeleiden
Situationeel begeleiden gaat over het toepassen van de juiste benaderingswijze voor het begeleiden van cliënten in uiteenlopende situaties. 

Dus: in welke situatie zet je welke begeleidingsstijl in?

Slide 27 - Slide

Het model stelt dat de meest effectieve leiderschapsstijl situatie-afhankelijk is, zoals van het ontwikkelingsniveau van de groep waaraan leiding wordt gegeven.
Wat is het verschil tussen de begeidingsmethodiek ROB en validation. (zoek het op in je boek: cliënt als uniek mens)

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

praktijklokaal
- oefen situatie 1 ,2 en 3 in tweetallen

Bedenk vooraf:
-welke stijl of techniek van begeleiden ga je toepassen? (overleggen, delegeren, stimuleren, motiveren, overnemen, structuur bieden)
-wat zijn je aandachtspunten?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

oefenen situatie 1
1. Je loopt stage op een PG afdeling. De client bevind zich in de eerste/tweede fase van de dementie.  Wordt begeleidt volgens de ROB methode. De begeleidingsstijl is activeren, structuur bieden.

De cliënt moet zijn tanden poetsen. Je wilt dat de cliënt dit zelf stap voor stap doet. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

casus 2
Je client heeft een CVA doorgemaakt, en heeft een hemiparese. Daarnaast ook afasie. De behandeling richt zich op mogelijk herstel, vergroten van de zelfredzaamheid. De cliënt is neerslachtig en onzeker.

begeleid de cliënt bij de wasbeurt van het bovenlichaam. Hoe pak je dit aan? wat is belangrijk in de begeleiding?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

oefenen situatie 3
Je werkt in de GHZ op een afdeling met  LVG. Een cliënt moet zijn kamer opruimen, maar vind dit zelf niet nodig en reageert boos. 

Probeer met de begeleidingsstijl overleggen/overtuigen/stimuleren iemand te begeleiden bij het opruimen van zijn kamer. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

bespreken casus 4
Welke begeleiding pas je toe als iemand in de verzonken ik zit (alzheimer) of bv in een terminale fase in de GHZ?

-welke begeleidingsmethode ?
-welke begeleidingsstijl of techniek?
-wat vind je belangrijk?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

bespreken situatie 5
In hoeverre wordt er op je stage gebruik gemaakt van belonen/straffen?

Kun je de situatie benoemen?

Hoe gaat dit in zijn werk? Heeft het effect?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

To do op stage en thuis: 
verdiep je op stage in de verschillende methodieken/begeleidingstechnieken en kijk welke er worden toegepast/ of toegepast kunnen worden.

Neem volgende keer 1 uitgewerkte casus mee: Hiervan worden er weer een aantal gepresenteerd! 

-aandoening/ziektebeeld
-hoe wordt deze persoon begeleid?
- is er bv een benaderingskaart/afspraken over begeleiding in het zorgdossier?
- heeft deze manier van begeleiden een naam/methode? 
-welke stijl of technieken zie je in het begeleiden( activeren, stimuleren, negeren, belonen?)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions