Introductie les

Kracht en beweging
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kracht en beweging

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen 
  • Gemiddelde snelheid (m/s of km/h).
  • Gevolgen van krachten op een voorwerp (versnellen/vertragen).
  • Verschillende krachten.
  • Zwaartekracht berekenen.
  • Krachten tekenen.
  • Formule voor versnellen/vertragen.
  • Formule voor afgelegde weg.
  • 2e wet van Newton (F=m . a)
  • Druk op de ondergrond kunnen berekenen. (P=F/A)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 1
  • Verschillende soorten krachten kennen en herkennen.
  • Vectoren kunnen tekenen en de resultante kunnen bepalen.
  • Mee en tegenwerkende krachten kunnen interpreteren.
  • De plus doen we niet!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 2
  • x,t / v,t diagram kunnen maken en aflezen
  • Soorten beweging in x,t/v,t diagrammen kunnen herkennen.
  • Versnellen en vertragen kunnen berekenen.
  • Omrekenen van km.h-1 <=> m.s-1 ..
  • Gemiddelde snelheid kunnen berekenen.
  • Afstand bepalen uit een v.t diagram
  • De plus doen we niet!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 3
  • Het begrip traagheid kennen.
  • De formule F=m.a kennen (lijkt op F=m.g)
  • Wederom de plus doen we niet!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 4
  • De stopafstand kunnen berekenen
  • Afstand uit de oppervlakte van een v,t diagram kunnen berekenen.
  • Veiligheidsvoorzieningen van een auto kennen.
  • De druk onder iets kunnen berekenen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Formules!
  1. a = ∆v / ∆t
  2. F = m . a     ( lijkt op F = m . g )
  3. s =  vgem . t
  4. p = F / A
  5. sstop = sreactie + sremweg
  6. LET OP HOOFDLETTERS en kleine letters!!!!!!!!! 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 1 Gemiddelde snelheid
  • Stel dat een auto een afstand van 100 kilometer aflegt in 2 uur, dan is de gemiddelde snelheid:
  • Dan is de gemiddelde snelheid 50 km/uur.
  • Gemiddelde snelheid = afstand / tijd 
  • vgem = s / t 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voordbeeld 2 Zwaarte kracht.
  • Stel dat we een object met een massa van 10 kg op aarde hebben. 
  • De versnelling als gevolg van de zwaartekracht op aarde is 9,81 m/s². 
  • De kracht die op het object wordt uitgeoefend als gevolg van de zwaartekracht is dan:
  • m=10 kg ; g= 9,81 m/s² 
  • Fz = m . g  
  • Fz = 10 . 9,81 
  • Fz = 98,1 N

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 3 krachten.
  • Bereken de resultante op de fietser.
  1. Fv = 690 N ; Fa = 450 N
  2. Fr = Fv - Fa
  3. Fr = 690 - 450
  4. Fr = 240 N

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 4 x,t diagrammen
  • Een xt diagram noemen we ook wel afstand-tijd diagram.
  • Een grafiek van positie (x) tegen tijd (t).
  • Gebruikt om beweging te visualiseren.
  • Kan snelheid en versnelling berekenen op verschillende momenten.

Slide 11 - Slide

constante beweging

Voorbeeld 5 v,t diagrammen
  • Een vt diagram noemen we ook wel snelheid-tijd diagram.
  • Een grafiek van snelheid (v) tegen tijd (t).
  • Gebruikt om beweging te visualiseren.
  • Kan versnelling en verplaatsing berekenen op verschillende momenten.

Slide 12 - Slide

constante beweging

Wat is de betekenis van een vt diagram?
timer
0:20
A
Een grafiek van snelheid tegen tijd
B
Een grafiek van versnelling tegen tijd
C
Een grafiek van kracht tegen afstand
D
Een grafiek van positie tegen tijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van een xt diagram?
timer
0:20
A
Een grafiek van snelheid tegen tijd
B
Een grafiek van versnelling tegen tijd
C
Een grafiek van kracht tegen afstand
D
Een grafiek van positie tegen tijd

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke diagrammen zijn dezelfde soort beweging?

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de versnelling als gevolg van de zwaartekracht op aarde?
timer
0:20
A
Het wordt niet gegeven
B
10 kg
C
9,81 m/s²
D
98,1 N

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de resultante op een fietser als de voorwaartse kracht 600 N is en de weerstandskracht 250 N is?
timer
0:20
A
450 N
B
600 N
C
200 N
D
350 N

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de kracht die op een object met een massa van 5 kg wordt uitgeoefend als gevolg
van de zwaartekracht op aarde?
timer
0:20
A
49,05 N
B
5 N
C
10 N
D
50 N

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de massa van het object?
timer
0:20
A
Het wordt niet gegeven
B
98,1 N
C
9,81 m/s²
D
10 kg

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de kracht die op het object wordt uitgeoefend als gevolg van de zwaartekracht?
timer
0:20
A
9,81 m/s²
B
10 kg
C
Het wordt niet gegeven
D
98,1 N

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een auto rijdt met een gemiddelde snelheid van 60 km/uur. Hoe lang doet hij erover om 180 kilometer af te leggen?
timer
0:20
A
3 uur
B
2 uur
C
4 uur
D
6 uur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Als een auto een afstand van 120 kilometer aflegt in 3 uur, wat is de gemiddelde snelheid?
timer
0:20
A
30 km/uur
B
50 km/uur
C
40 km/uur
D
60 km/uur

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een auto legt 250 kilometer af in 5 uur. Wat is de gemiddelde snelheid?
timer
0:20
A
25 km/uur
B
50 km/uur
C
200 km/uur
D
100 km/uur

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afstand die een auto aflegt als hij 2 uur lang met een gemiddelde snelheid van 70 km/uur rijdt?
timer
0:20
A
210 km
B
35 km
C
105 km
D
140 km

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de gemiddelde snelheid van een auto die 80 km aflegt in 1 uur?
timer
0:20
A
120 km/uur
B
40 km/uur
C
80 km/uur
D
60 km/uur

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe beweegt de fietser?
timer
0:20
A
Versneld
B
Eenparig
C
Vertraagd
D
Niet

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een voorwerp ondervindt twee krachten, F1 = 15 N en F2 = 20 N. Wat is de resulterende kracht op het voorwerp als de krachten in dezelfde richting werken?
timer
0:20
A
5 N
B
15 N
C
11 N
D
35 N

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Een voorwerp van 2 kg ondervindt een kracht van 10 N naar rechts en een kracht van 5 N naar links. Wat is de resulterende kracht op het voorwerp?
timer
0:20
A
5 N naar beneden
B
5 N naar boven
C
5 N naar links
D
5 N naar rechts

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Een voorwerp ondervindt twee krachten, F1 = 10 N en F2 = 5 N, die haaks op elkaar staan. Wat is de resulterende kracht op het voorwerp? TIP!!! wiskunde

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk!
Lezen en maken §4.1

Slide 30 - Slide

This item has no instructions