Samenvatting Thema Geld

Samenvatting
1 / 27
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Samenvatting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel:
  • We maken een poster of een boekje waarin de belangrijkste dingen staan die we gaan leren voor de toets.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten / Uitgaven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten en uitgaven
Inkomsten is het geld dat je ontvangt in een bepaalde periode. Inkomsten kunnen zakgeld of kledinggeld zijn, maar ook loon dat je krijgt voor jouw bijbaan. 

Aan de andere kant hebben we uitgaven. Uitgaven zijn de kosten die je maakt in een bepaalde periode. Als je een broodje of een kledingstuk koopt, dan zijn dat uitgaven. 


Theorie 1
In een kledingwinkel koop je kleding. Als je een broek van 60 euro koopt en een t-shirt van 20 euro dan zijn je uitgaven aan kleding 80,- euro.
Vanaf je 15e mag je werken. Je kunt bij een supermarkt aan de slag om vakken te vullen. Voor jouw werk krijg je inkomsten. Stel dat je in een maand 70,- euro met je bijbaan verdient en 15,- euro van je ouders als zakgeld krijgt dan zijn je inkomsten die maand 85,- euro.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Zakgeld behoort tot ...
A
Inkomsten
B
Uitgaven

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Wat zijn uitgaven?
A
Uitgaven is het geld dat je ontvangt in een bepaalde periode.
B
Uitgaven zijn de kosten die je maakt in een bepaalde periode.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Berfin is elke maand €15,- aan haar telefoonabonnement kwijt en heeft die maand ook €25,- aan eten uitgegeven. Wat zijn de totale uitgaven van Berfin?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Sparen
Als jouw inkomsten hoger zijn dan jouw uitgaven, dan houd je geld over. Dit geld kun je verzamelen, zodat je na verloop van tijd genoeg geld hebt om een dure aankoop te doen. Dit noem je sparen.


Theorie 2
Inkomsten
50 euro
Uitgaven
40 euro
Sparen
10 euro

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Maar hoe weet je nou of je kunt sparen of dat je te veel uitgeeft? Dit kun je doen door een overzicht van jouw inkomsten en uitgaven te maken. 

Theorie 3
Omschrijving 
Bedrag in €
Omschrijving 
Bedrag in €
Bijv. Kleedgeld
Bijv. eten 
Totaal aan inkomsten
Totaal aan uitgaven
Inkomsten per maand
Uitgaven per maand

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kiezen en kopen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft voorrang?
Het liefst zou je alles kunnen kopen wat je maar zou willen. Maar heb je daar genoeg geld voor? 

Het antwoord hierop is waarschijnlijk nee, daarom moet je keuzes maken. Wat koop je wel en wat koop je niet? 

Je koopt dan uiteindelijk iets wat je echt nodig hebt en het liefst wilt. Dat noemen we prioriteiten stellen.

Prioriteit = voorrang.


Theorie 1
1





2
3





4
Dringend
Niet dringend
Belangrijk
Niet belangrijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kopen
Als je op een gegeven moment een keuze hebt gemaakt, dan ga je een product kopen. 

Kopen betekent dat jij een product of een dienst krijgt. In ruil daarvoor geef je geld. 
Jij krijgt schoenen. Jij betaalt de schoenenwinkel 50 euro.

Als je een product hebt gekocht, heb je vaak de mogelijkheid om te ruilen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de schoenen die je gekocht hebt net te klein zijn en je ze wilt ruilen voor een maat groter.

Vaak kun je ruilen, maar dit kan maar een bepaalde tijd. Sommige aankopen kun je niet ruilen.

Theorie 2
Kan ruilen altijd?
Nee ruilen mag alleen als je het product nog niet gebruikt hebt en het product nog niet beschadigd is.

Soms kun je niet ruilen. Dit kan bijvoorbeeld als iets helemaal op maat voor jou is gemaakt. Stel dat je een keuken koopt die alleen in jouw huis past. Dan kun je die niet ruilen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Als een product speciaal voor jou op maat is gemaakt, dan kun je het niet ruilen. Deze uitspraak is ...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Tegenwoordig kun je bijna alles ook online kopen. Je gaat dan niet naar een echte winkel, maar koopt iets via internet. 

Een voordeel hiervan is dat je niet naar de winkel hoeft en heel snel iets kan kopen. Ook mag je het product vaak binnen een bepaalde tijd terugsturen.

Als je online gaat winkelen, is het belangrijk dat je weet dat een webshop veilig is. In theorie 4 krijg je daar meer uitleg over.

Theorie 3

Slide 14 - Slide

Bron: Jeugdjournaal (29 april 2020)
Titel: Online winkels verkopen opeens heel veel

Je kan alleen kleding online kopen. Deze uitspraak is ...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Gebruik je verstand bij online shoppen.
Maar hoe weet je nou als je iets online gaat kopen dat je het ook echt krijgt? Je kunt een aantal dingen controleren om veilig online te shoppen:





Theorie 4
check de prijs
Is een prijs te mooi om waar te zijn, dan is het bijna altijd nep of koop je iets met (grote) schade.
kijk of je kunt klagen
Kijk voordat je iets bestelt of er contactgegevens  staan, zoals een telefoonnummer, mailadres en adres. 
check of de webshop een keurmerk heeft
Als een webshop het keurmerk 'Thuiswinkel waarborg' of 'Webshop keurmerk' heeft, belooft de webshop een bepaalde service. 
check een beveiligde verbinding
Als je online wilt afrekenen in een webwinkel, moet het webadres in de browserbalk beginnen met 'https://'.
check reviews
Als je online iets wilt kopen, kun je vaak bij het product opmerkingen van eerdere klanten bekijken. Dit vergroot de betrouwbaarheid.
Mara, Nikki en Julia werden opgelicht via internet.

Slide 16 - Slide

Bron: Jeugdjournaal (3 mei 2018)
Titel: Mara, Nikki en Julia werden opgelicht via internet
Betalen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Er zijn verschillende manieren van betalen. Welke manieren ken jij? 

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

pinnen
Er wordt meer gepind dan dat er met contant geld wordt betaald. Een groot voordeel van pinnen is dat je niet met (veel) geld over straat hoeft. Een groot nadeel van pinnen is dat je niet direct ziet hoeveel je hebt uitgegeven. Daardoor kun je soms snel meer geld uitgeven dan je had gepland.
contant
Door één of twee keer per week een vast bedrag te pinnen, geef je niet meer uit dan je van plan was. En je kunt niet méér uitgeven dan je op zak hebt. Het nadeel is dat je het geld kwijt bent als je het verliest.
iDEAL
Met iDEAL kun je op het internet aankopen doen. Je betaling loopt direct via internetbankieren. Je kunt snel iets kopen, maar let wel op dat je het op een site doet die veilig is. 
automatische incasso
Heb je vaste, terugkerende uitgaven? Denk hierbij aan een abonnement. Automatisch betalen kan dan handig zijn. Het geld wordt dan automatisch van jouw rekening gehaald.
contactloos met mobiel
Contactloos betalen kan je tot een bepaald bedrag doen. Je hoeft geen pincode in te vullen, maar alleen je mobiel voor het pinapparaat te houden. 
Je kunt op verschillende manieren betalen. Hieronder zie je de meestgebruikte betaalmethode. Elke betaalmethode heeft zijn eigen voor- en nadelen.
Theorie 1

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Eerst gratis en dan toch betalen.
Je kent nu een aantal manieren van betalen, maar hoe werkt dit met gratis games die toch niet helemaal gratis kunnen zijn? 

Stel dat je een app/game gratis hebt gedownload. Je vindt de game helemaal geweldig en de app/game kan nog leuker worden als je extra levens, wapens, een nieuwe outfit of een dansje hebt. Een aankoop is snel gedaan binnen een app/game. 

Maar hoe werkt dit eigenlijk en komt dit jou bekend voor? Bekijk de video van het NOS Jeugdjournaal.

Let goed op, want er komt zo een aantal vragen over.
Theorie 2
Bron: NOS jeugdjournaal

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Veilig met je (pin)code.
Waarschijnlijk heb je al een pinpas of ga je er snel een krijgen. Als je je pinpas gaat gebruiken of via iDEAL moet betalen, wordt er vaak aan je gevraagd om je (pin)code in te vullen. 

Het is belangrijk dat je veilig omgaat met deze (pin)code. Hieronder staan een aantal tips:
- Geef nooit je (pin)code aan iemand.
- Leen je pinpas nooit uit. 
- Bewaar je pinpas goed.
- Word je pinpas toch gestolen? Bel dan gelijk je bank op om je pas te blokkeren. Zo kan niemand meer geld van je rekening halen.

Theorie 3

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Geef een tip om veilig met je pinpas om te gaan.

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Abonnementen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

films en series
Al jouw favoriete series en films bekijken zonder telkens apart te hoeven betalen. Dat kan via een abonnement op jouw favoriete aanbieder. 
mobiele telefoon
Geen geld om in een keer 500 tot 1000 euro te betalen? Geen zorgen, dan neem je toch gewoon een abonnement. Je betaalt dan een vast bedrag per maand. Zo kun je toch lekker blijven appen, swipen en bellen.
auto
Ook op een auto kun je een abonnement nemen. Vaak wordt dit leasen genoemd.
sportschool
Dit is een van bekendste abonnementen.
wasmachines
Zelfs op wasmachines kun je een abonnement nemen.
Een abonnement is een verplichting die je aangaat om gedurende een bepaalde periode een product of dienst te hebben. Je betaalt hier een vast bedrag voor per maand of per jaar. Hieronder zie je voorbeelden van producten en diensten waar je een abonnement op kunt nemen.
Theorie 1

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Een abonnement kan heel fijn zijn. Als je een nieuwe telefoon wilt kopen, moet je vaak in één keer honderden euro's betalen. Maar wat als je dat niet hebt of als je het er niet voor over hebt? Dan kan een abonnement fijn zijn. Je moet dan elke maand maar een beetje te betalen.

Toch kan een abonnement ook nadelen hebben.

Theorie 2
Voordelen
Nadelen
Je hoeft niet in een keer een groot bedrag te betalen.
Een abonnement is duurder dan een product in één keer kopen.
Je kunt vaak maandelijks opzeggen.
Het product is niet van jou, maar je leent het eigenlijk van het bedrijf.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


Ronilla heeft een abonnement op Netflix van €8,99 per maand. Ze heeft een abonnement op haar mobiel van €25,- per maand. Ze betaalt €120,- per jaar voor haar sportschoolabonnement en ze heeft een abonnement voor haar fiets van €10,- per maand. Hoeveel euro is Ronilla elke maand kwijt aan haar abonnementen?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Mobiele abonnementen
Grote kans dat je een abonnement hebt op je mobiele telefoon. Je kunt voor je mobiele telefoon verschillende abonnementen nemen:

1. Sim Only-abonnement: Je betaalt alleen de kosten van het abonnement (dus om te kunnen bellen en om het internet te gebruiken). Je koopt zelf een toestel. 

2. Abonnement met toestel: Je betaalt in dit abonnementstype ook een maandelijks bedrag voor het toestel. 

Als je niet een van deze twee abonnementen hebt, dan kun je ook nog een prepaid simkaart hebben. Je hebt dan je eigen toestel en betaalt vooraf. Je zet dan tegoed op de simkaart. Als het tegoed op is, kun je niet meer bellen (behalve 112). Je kunt nog wel gebeld worden.
Theorie 3
Abonnement met of zonder telefoon?

Slide 27 - Slide

Bron SimOnly
Titel: Sim only of een abonnement met telefoon? Check deze video voor de voor- en nadelen!