filmpjes hst 10

filmpjes hst 10
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

filmpjes hst 10

Slide 1 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1
10.1.1 Je kunt aan de hand van de pH uitleggen of een oplossing zuur, neutraal of basisch is.
10.1.2 Je kunt uitleggen hoe je verschillende indicatoren gebruikt om de zuurgraad van een oplossing te bepalen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

leerdoelen paragraaf 2
10.2.1 Je kunt vier algemene eigenschappen van zure oplossingen beschrijven.
10.2.2 Je kunt vier bekende zuren en hun bijbehorende formule noemen.
10.2.3 Je kunt de relatie beschrijven tussen een zure oplossing, vrij bewegende H+-ionen en                       stroomgeleiding.
10.2.4 Je kunt uitleggen welke stof er bij de elektrolyse van een zure oplossing aan de negatieve
               elektrode ontstaat.
10.2.5 Je kunt beschrijven hoe zure stoffen oplossen in water en dit in een reactievergelijking                    noteren.
10.2.6 Je kunt het proces van etsen uitleggen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Deze kennen!

Slide 10 - Slide

Een zuur is een stof die H+ionen kan afstaan

Slide 11 - Slide

Zure oplossingen ('verdund' zuur)

Slide 12 - Slide

Leerdoelen paragraaf 3
10.3.1 Je kunt vier algemene eigenschappen van basische oplossingen                            beschrijven.
10.3.2 Je kunt uitleggen hoe de concentratie van een basische oplossing de                hoogte van de pH beïnvloedt.
10.3.3 Je kunt vier bekende basen en de bijbehorende formule geven.
10.3.4 Je kunt het verschil uitleggen tussen ammonia en ammoniak.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Een base kan H+ ionen binden

Zuren splitsen H+ ionen af
(hoe? in §6.4..)

Slide 15 - Slide

Drie eigenschappen van basen

  1. Smaken zeepachtig 
  2. lossen vetachtig vuil op
  3. pH>7

Slide 16 - Slide

3 basische ionen en een molecuul
O2- (alle ionaire oxides dus, bv BaO)
CO32- (alle carbonaten, bv CaCO3)
OH- (alle hydroxiden, bv NaOH)
NH3 (g) (ammoniak)

Slide 17 - Slide

3 bekende basische oplossingen
natronloog:  NaOH (s) --> Na+ (aq) + OH(aq)
kalkwater:  Ca(OH)2 (s) -->  Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)
ammonia: NH3 (aq)

Slide 18 - Slide

Eigenschappen basische oplossing
  • Hoe meer OH- hoe hoger de pH 
  • Bij verdunnen nooit lager dan pH=7

Slide 19 - Slide

Leerdoelen paragraaf 4
  • Je kunt toepassingen benoemen van zuur-basereacties.
  • Je kunt beschrijven wat neutraliseren van zure en basische oplossingen is.
  • Je kunt beschrijven wat ontkalken is.
  • Je kunt van een aantal toepassingen van zuur-basereacties de reactievergelijking opstellen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Zuur en Base reactie

Een zuur/base reactie is een reactie tussen een zuur en een base.

Je moet dus een zuur en een base hebben voor deze reactie.

Slide 22 - Slide

Leren !

Een zuur is een stof die opgelost in water H+ ionen afsplitst.


Er zijn een paar zuren die je moet kennen:

Zoutzuur, de oplossing van waterstofchloride (H+ en Cl-)

Zwavelzuur, de oplossing van waterstofsulfaat (2H+ en SO42- )

Salpeterzuur, de oplossing van waterstofnitraat (H+ en NO3- )

Alle zuren bevatten H+ ionen!!

Slide 23 - Slide

Leren !

Een base is een stof die waterstofionen kan opnemen.

Er zijn drie groepen zouten die basisch zijn:

  • Alle Hydroxide (een zout met OH- )
  • Alle Oxides (een zout met O2- )
  • Alle carbonaten (een zout met CO32- )

Daarnaast is ammoniak ook een base (NH3)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Leerdoelen paragraaf 5
10.5.1 Je kunt uitleggen hoe je een titratie moet uitvoeren.
10.5.2 Je kunt met een titratie de concentratie van een zure of een basische oplossing berekenen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video