What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal groep 4 - zin maken met een werkwoord - restaurant
In het restaurant
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 4
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In het restaurant
Slide 1 - Slide
Wat ga ik leren?
Ik oefen met het maken van een zin.
Werkwoord.
Bijvoeglijk naamwoord.
Zelfstandig naamwoord.
Slide 2 - Slide
Werkwoord
Slide 3 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Slide 5 - Slide
Wat is een goede zin?
A
Mijn zus koopt kaas.
B
Kaas mijn zus koopt.
C
Het koopt mijn zus kaas.
D
Het kaas koopt mijn zus.
Slide 6 - Quiz
Wat is het werkwoord?
Opa bakt een lekkere taart.
A
Opa
B
bakt
C
lekkere
D
een taart.
Slide 7 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Peter eet een ijsje.
LET OP: met lidwoord.
Slide 8 - Open question
Wat betekent ...
.... Ik heb een hekel aan friet?
A
Ik eet graag friet.
B
Ik lust geen friet.
C
Ik vind friet lekker.
D
Ik koop friet.
Slide 9 - Quiz
Wat is het werkwoord?
De ober brengt het eten.
Slide 10 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De oude man eet bij het restaurant.
A
de oude man
B
eet
C
restaurant
D
oude
Slide 11 - Quiz
Wat wordt de goede zin?
het meisje - bakken - een taart
A
het meisje bakken een taart
B
bakken het meisje een taart
C
het meisje bakt een taart
D
een taart bakken het meisje
Slide 12 - Quiz
Maak een goede zin:
koken - de kok - soep
Slide 13 - Open question
Maak een goede zin:
de man - krijgen - friet
Slide 14 - Open question
Is de zin goed of fout?
De kok een mes hebben.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Maak de zin goed:
De kok een mes hebben.
Slide 16 - Open question
Vul een bijvoeglijk naamwoord in:
Het ... meisje is een peuter.
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
kleine
Slide 17 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord past in de zin?
De kok draagt een ... uniform.
Slide 18 - Open question
Zoek de zelfstandige naamwoorden...
De kok kookt gezonde soep.
A
de kok - soep
B
de kok - kookt
C
gezonde - soep
D
kookt
Slide 19 - Quiz
Is de zin goed?
Gaan samen restaurant eten leuk.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quiz
Schrijf de zin.
De man - eten - vork.
Slide 21 - Open question
Wat is het goede werkwoord?
De ober - brengen - de borden.
A
brengen
B
brengt
C
breng
D
bracht
Slide 22 - Quiz
Vul een bijvoeglijk naamwoord in
De ... oven is heel nieuw.
A
nieuwe
B
ouderwetse
C
moderne
D
bejaarde
Slide 23 - Quiz
Zet in de goede volgorde:
1. De baby
2. De peuter
3. De bejaarde
4. De volwassene
A
1 - 2 - 3 - 4
B
1 - 4 - 3 - 2
C
2 - 1 - 3 - 4
D
1 - 2 - 4 - 3
Slide 24 - Quiz
Maak de zin:
Peter - bakken - koekjes - tien.
Slide 25 - Open question
Ik vond deze les...
A
Moeilijk
B
Makkelijk
Slide 26 - Quiz
More lessons like this
woordenschat quiz restaurant woorden
April 2023
- Lesson with
21 slides
Logopedie
Speciaal Onderwijs
Leerroute 4
Taal / spelling groep 4 - herhaling thema 3
December 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 4
HHC 1TH H5 NN6
April 2021
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
April 2020
- Lesson with
19 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
Spelling: Lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
September 2023
- Lesson with
19 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
Taal / spelling groep 4 - herhaling thema 3
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 4
Grammatica 3 woordsoorten benoemen 17.12.2021
December 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2