7. 15 M casa/habitaciones + proyecto.

1 / 59
next
Slide 1: Video
SpaansBasisschoolGroep 3-6

This lesson contains 59 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

                          telefoon 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ravi
Aya
Georgi

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • je kent alle of de meeste kamers van een huis/woning
  • je kunt HAY, ES, ESTÁ en TIENE uit elkaar tellen 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. cold start - muebles
 2. luisteren/lezen + opdracht
3.  Los muebles de la casa. Wekwoord: HAY
4. BINGO
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Necesitas el laptop
No laptop? Escribe en el cuaderno
necesitas el cuaderno

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

EN MI SALÓN / COCINA HAY... Bombs/hearts

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. cold start - muebles
 2. luisteren/lezen + opdracht
3.  Los muebles de la casa. Wekwoord: HAY
4. BINGO
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

una estantería
una cama
una silla
una ventana
una mesa
una lámpara
una alfombra
la pared
un armario
una puerta

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat wordt er van jullie verwacht? 
TOETS
EINDPRODUCT 
- Er komt geen officiele toets voor deze periode, alleen een luistertoets.  

- Je krijgt eenmalig een werkboekje 

- Is deze af aan het einde van de periode? Dan krijg je een extra punt op je eindproduct. 

- Je gaat een video/presentatie maken waarin je jouw eigen huis/droomhuis laat zien. 

- Je mag dit maken bij jou thuis, op de sims, op minecraft, op een ander programma wat jij leuk vindt! 

- De rubric staat op GOOGLE CLASSROOM. 

LET OP: SCHRIJF JE PRESENTATIE EERST UIT, VRAAG FEEDBACK
- Inleveren 28 maart vóór 17:00 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. cold start - muebles
 2. luisteren/lezen + opdracht
3.  Los muebles de la casa. Wekwoord: HAY
4. BINGO
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

OPDRACHT LEZEN/LUISTEREN: 

CIJFER LEZEN OP MAGISTER

MI CASA - beantwoord de vragen op Google Classroom


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Link

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. cold start - muebles
 2. luisteren/lezen + opdracht
3.  Los muebles de la casa. Wekwoord: HAY
4. BINGO
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

of op la libreta
of op je cuaderno

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

WEDSTRIJD
Je krijgt een lijst met namen. Cierra el laptop
1. teken 2 kolomnen met 15 rijen
Op een kolomn staat ESPAÑOL op de andere HOLANDÉS
1. opdracht: je ziet enkele woorden in het Nederlands, je hebt tot 2:50 minuten om de vertaling te schrijven/gokken/vinden
2. Je krijgt een kolomn met namen in het Spaans: je hebt 3 minuten de tijd om ze in het NL te schrijven

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Los muebles
het bed
de tafel
het tafeltje (nachtkastje)
de douche
de oven
de keramische kookplaat
de badkuip
de bank
let op: eindigt op een a, maar = mannelijk!!
de spiegel
de stoel
timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

WEDSTRIJD
Je krijgt een lijst met namen. Cierra el laptop
1. teken 2 kolomnen met 15 rijen
Op een kolomn staat ESPAÑOL op de andere HOLANDÉS
1. opdracht: je ziet enkele woorden in het Nederlands, je hebt tot 2:50 minuten om de vertaling te schrijven/gokken/vinden
2. Je krijgt een kolomn met namen in het Spaans: je hebt 3 minuten de tijd om ze in het NL te schrijven

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Los muebles
de bank
timer
3:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. cold start - muebles
 2. Je tekst: luisteren/lezen + opdracht
3.  Los muebles de la casa. wedstrijd
4. BINGO 
5. PAUSA: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

pausa

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. El dormitorio
 2. HABER= hay vs tiene
3. Tu dormitorio 
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

CUADERNO
p.13

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

¿qué hay en tu dormitorio?
11-2

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. Tu dormitorio
 2. HABER= hay vs tiene
3. Tu dormitorio 
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

GRAMÁTICA
A-O-woord
A - woord
OS
AS
UN 
UNA 
UNOS
UNAS
HAY
EJEMPLO: En la clase hay una puerta, unas mesas y sillas, unas ventanas, una profesora y alumnos
HAY + UN/UNA = verplicht - HAY+ UNOS/UNAS niet verplicht

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

HAY
 Wat wordt er met HAY bedoeld?
  • HAY betekent ER IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden - verandert niet

  • Wanneer je NO schrijft voor HAY, staat er NO HAY (logisch!)
Je zegt dan : Er is niet/ geen of er zijn niet /geen.

  • Als je een zin ziet die met EN begint, volgt vaak HAY
      En mi casa hay muchos espejos

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

ESTAR - TENER
 ESTAR: moet vervoegd worden
betekent: zich bevinden: 
Estoy en la escuela
of
beschrijft gevoelens: ¡estoy feliz! 

beschrijft verandering: estoy cansada


 TENER = HEBBEN
moet vervoegd worden
betekent: hebben (concreet)
no tengo dinero



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

¿dónde está Wally?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

hay= er is/zijn - está= ligt/is located - tiene= heeft
Vul in: HAY / ESTÁ / TIENE

1. En tu ciudad _______________ una biblioteca
2. Graciela ______________________ un gato gris
3. En mi casa _______________________ una mesa muy bonita.
4. La mesilla _____________________________  al lado de mi cama.
5. En mi piso no  __________________________ bañera
6. Mi piso no ______________________________ bañera
7. El supermercado _________________________ lejos de mi casa.
8. Mi casa no _______________________________ jardín

Slide 35 - Slide

This item has no instructions


1. En tu ciudad _______________ una biblioteca

2. Graciela ______________________ un gato gris

3. En mi casa _______________________ una mesa muy bonita.

4. La mesilla _____________________________ en mi dormitorio.
5. En mi piso no __________________________ bañera

6. Mi piso no ______________________________ bañera

7. El supermercado ______________________lejos (ver weg) de mi casa.

hay= er is/zijn está= bevindt zich  
tiene= heeft
HAY
TIENE
ESTÁ
HAY
HAY
TIENE
ESTÁ

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

respuestas
1. hay
2. tiene
3. hay
4. está


5. hay
6. tiene
7. está
8. tiene

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. Tu dormitorio
 2. HABER= hay vs tiene
3. Tu dormitorio 
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio? - worksheet

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Link

This item has no instructions

VANDAAG DOEN WE...
1. Tu dormitorio
 2. HABER= hay vs tiene
3. Tu dormitorio 
5. EXIT TICKET: ¿Qué hay en tu dormitorio? - worksheet

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

HUISWERK
Tekst mi casa
+
leesopdracht
MAGISTER LEARN

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

¿qué hay en tu dormitorio?
En mi dormitorio hay un/una/unos/unas


Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Los muebles

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

la ventana está 
la puerta está
el armario está
los libros están
una estantería
una cama
una silla
una ventana
una mesa
un armario
una lámpara
un ordenador
una alfombra
en la pared
entre la tele y el armario
a la izquierda de la puerta
encima de la estantería

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

HAY
 Wat wordt er met HAY bedoeld?
HAY betekent ER IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden
Er is geen yo Hay, tú hay etc. Bestaan dus niet!

Wanneer je NO schrijft voor HAY, staat er NO HAY (logisch!)
Je zegt dan : Er is niet/ geen of er zijn niet /geen.

Als je een zin ziet die met EN begint, volgt vaak HAY
      En mi casa hay muchos espejos

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

ESTAR - TENER
 ESTAR: moet vervoegd worden
betekent: zich bevinden of
beschrijft gevoelens: ¡estoy feliz! 


 TENER: moet vervoegd worden
betekent: hebben (concreet)
no tengo dinero


Slide 47 - Slide

This item has no instructions

hay= there is/are - está= ligt/is located - tiene= has
Vul in: HAY / ESTÁ / TIENE

1. ¿_______________ biblioteca en tu ciudad?
2. Graciela ______________________ un gato gris
3. En mi casa _______________________ una mesa muy bonita.
4. La mesilla _____________________________  al lado de mi cama.
5. En mi piso no  __________________________ bañera
6. Mi piso no ______________________________ bañera
7. El supermercado _________________________ lejos de mi casa.
8. Mi casa no _______________________________ jardín

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

respuestas
1. hay
2. tiene
3. hay
4. está


5. hay
6. tiene
7. está
8. tiene

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

voorzetsels
1. mi dormitorio 
2. en mi dormitorio hay
3. voorzetsels
4. voorbereiding EXIT TICKET
5. EXIT TICKET: en mi dormitorio hay (3 items)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Está delante  de
Está detrás de
Está debajo de
Está dentro
de
Está en, sobre, encima de
Está entre
Está a la izquierda
Está a la derecha

Slide 51 - Slide

Adverbios de lugar = bijwoorden van plaats.
  • Ze geven een plaatsaanduiding weer.

Slide 52 - Link

This item has no instructions

dentro de y fuera de

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

la ventana está 
la puerta está
el armario está
los libros están
una estantería
una cama
una silla
una ventana
una mesa
un armario
una lámpara
un ordenador
una alfombra
en la pared
entre la tele y el armario
a la izquierda de la puerta
encima de la estantería

Slide 54 - Drag question

This item has no instructions

una estantería
una cama
una silla
una ventana
una mesa
un armario
una lámpara
una alfombra
la pared
un armario
una puerta

Slide 55 - Drag question

This item has no instructions

LEVER de 
opdracht IN
GOOGLE DOCS

EXIT TICKET

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Lln die tijdens de 2 lessen geen opdracht hebben ingeleverd krijgen een opdracht als huiswerk toegewezen. Kijk op Gogle Classroom en Magister. 



Slide 57 - Slide

This item has no instructions

LAST EXIT TICKET:
3 habitaciones

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

OPDRACHTEN 1-7 Lever op Classroom een screenshot van elke afgeronde opdracht in.
1. meubelen 

Slide 59 - Slide

This item has no instructions