stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Tijn krijgt een nieuw bed.

1. Tijn
2. krijgt
3. nieuw
4. zit er niet in.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

In mijn haar zit een elastieken bandje.

1. mijn
2. haar
3. elastieken
4. bandje

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Chris draagt een linnen broek.

1. Chris
2. linnen
3. broek
4. zit er niet in

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Thije bouwt een stenen muurtje.

1. bouwt
2. stenen
3. zit er niet in
4. muurtje

Schrijft het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord op.

wanneer er geen stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin zit schrijf je op:

Zit er niet in. 

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Kaat heeft een paarse trui aan.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Bodi speelt gezellig gitaar.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Julian krijgt een bronzen medaille.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Isa loopt graag met de bruine hond.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Sarah draagt een leren riem.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Lise Lotta loopt op houten klompen.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Saar draagt zilveren oorbellen.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Juf Milou zit op een ijzeren stoel.

Dictee
Woord 1

Dictee
Woord 2

Dictee
Woord 3

Dictee
Woord 4

Dictee
Woord 5

Dictee
Woord 6

Dictee
Zin