Thema Les 2: Afweer

Thema Les 2: Afweer
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema Les 2: Afweer

Slide 1 - Slide

Thema Les 2: Afweer
Onderwerpen:
  • Verdedigingslinies: Aangeboren vs verworven
  • Bloedgroepen en rhesusfactor
  • Allergie

Slide 2 - Slide

1e verdedigingslinie: 
Mechanische en chemische afweer

Slide 3 - Slide

Afweer
Belangrijk dat je herkent/toepast:
  • Verschil mechanisch/fysiek <> chemisch
  • verschil specifiek <> niet-specifiek
  • verschil aangeboren <> verworven

!! Let op dat specifiek betekent dat het tegen één specifieke ziekte werkt (bijv. griep). Niet een hele groep ziekteverwekkers (bijv. bacteriën).

Gebruik BINAS 84 J2 en J3.

Slide 4 - Slide

Beschermen hoe?
Elke cel laat antigenen (antibody generators) zien op het celmembraan. Deze helpen je immuunsysteem.

Lichaamseigen antigenen worden genegeerd.
Lichaamsvreemd activeert immuunsysteem.

Het MHC-I-molecuul helpt met het presenteren van de antigenen. Dit MHC-molecuul zelf is ook verschillend per persoon.

Slide 5 - Slide

2e - 3e verdedigingslinie
Verschil tussen 2e en 3e linie:
2e linie is aspecifiek en kan iedere ziekteverwekker herkennen! en onschadelijk maken.

3e linie is specifiek en er moeten allerlei stoffen speciaal gemaakt worden. Als de ziekte bestreden is zijn deze stoffen overbodig geworden. Dit kost lichaam dus veel energie en grondstoffen.

Slide 6 - Slide

2e linie is onvoldoende...
Als de ziekteverwekker zich sneller deelt/verspreid dan de 2e linie kan opruimen is er hulp nodig: de 3e linie.

Om te specialiseren is wel informatie nodig.
Dit gebeurt door de APC met een MHC-II-eiwit.

Geïnfecteerde cellen kunnen laten zien dat ze geïnfecteerd zijn via een MHC-I-eiwit, maar dat alleen is niet genoeg.




Slide 7 - Slide

Bloedgroepen

Slide 8 - Slide

4 Bloedgroepen
Bloedgroepen worden bepaald door antigenen. Antigenen zijn erfelijk.

Is alleen antigeen A aanwezig op het celmembraan: bloedgroep A.
Je hebt dan ook antistoffen tegen B.

Slide 9 - Slide

4 Bloedgroepen
Als je bloed ontvangt, krijg je alleen de rode bloedcellen.

Iemand met bloedgroep A kan geen antigeen B krijgen. Dan reageren eigen antistoffen hierop.

Dus alleen ontvangen van donoren met A of 0.

Slide 10 - Slide

Resusfactor
Naast de antigenen A en B die bloedcellen kunnen hebben, zijn er nog vele anderen.

Rhesus is daarvan de belangrijkste. Met name door complicaties tijdens de zwangerschap/geboorte.

Naast een antigeen A of B, kan je bloedcel dus ook een antigeen Rhesus hebben. 
Je bent dan positief voor Rhesus.
Bijvoorbeeld: B+. 

Slide 11 - Slide

Resusfactor
Rh+ : rode bloedcellen met resusantigeen, geen antistoffen tegen resus.
Rh- :  rode bloedcellen geen resusantigeen, geen antistoffen tegen resus.
Schrijf je als: A+ of A-, B+ of B-, enz.

Bij zwangerschap gevaar mogelijk bij 2e kind
Rh- moeder, met Rh+ (positief) kind.
1e zwangerschap moeder maakt antistoffen. Bij 2e zwangerschap in grote hoeveelheden. 
Hierdoor problemen bij het kind: klontering.

Slide 12 - Slide

Allergie
Bij allergieën afweerreactie tegen een deel (antigeen) van een voedingsmiddel/pollen/ huidschilvers huisdieren.

Mestcellen, reageren op allergeen: ontstekingsreactie.

Slide 13 - Slide

Allergie
Bij zeer heftige reactie: anafylatische shock.

Bloedvaten openen zich (zwelling) en bloeddruk valt weg.

Slide 14 - Slide