This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Workshop bewegen en beïnvloeden
Anderen in de omgeving
Workshop bewegen en beïnvloeden
Groepsprocessen: Anderen in de omgeving
Maud Nijmeijer en Roos Wuite
Slide 1 - Slide
Groepskenmerken - Welke van deze opties wordt (in de reader) niet beschreven als één van de 5 groepskenmerken?
A
Er is sprake van een gezamenlijk aantal kenmerken.
B
Er is sprake van directe interactie.
C
Er is sprake van een basis van acceptatie en veiligheid.
D
Er is sprake van gezamenlijke waarden, doelen en normen.
Slide 2 - Quiz
Functies van groepen - De behoefte om ergens bij te horen is bij iedereen aanwezig. Hoe noemen we deze behoefte?
A
Urge to participate.
B
Sense of belonging.
C
Need to belong.
D
Geen van deze.
Slide 3 - Quiz
Groepsontwikkeling – In de groepsontwikkeling van taakgerichte groepen worden volgens Tuckman een aantal fasen onderscheiden. Welke fasen zijn dat en wat is (vaak) de volgorde?
A
Vormen, normen, stormen, uitvoeren, afsluiten.
B
Vormen, stormen, normen, uitvoeren, afsluiten.
C
Vormen, normen, aanpassen, uitvoeren, afsluiten.
D
Vormen, stormen, aanpassen, uitvoeren, afsluiten.
Slide 4 - Quiz
Groepsdynamiek – Welke stelling over groepsdynamiek is fout?
A
Tijdens de ontwikkeling worden alle fasen altijd doorlopen en volgen elkaar op.
B
Groepsdynamiek zijn ook wel de kenmerkende veranderingen van een groep.
C
Er zijn groepen die sommige fasen sneller doorlopen of juist langer blijven hangen.
D
Het vertrek van slechts 1 deelnemer uit de groep zorgt er voor dat de rollen, normen en de groepsstructuur opnieuw vorm moeten krijgen.
Slide 5 - Quiz
Jouw denken, voelen, doen in een groep – casus: Je hebt turnen. De opdracht is het maken van een overslag van de kast. Dit vind je super spannend want je hebt zelf nog steeds moeite met de handstand. Anderen gaat het super makkelijk af. Jij wil liever niet want je bent bang dat het mis gaat en anderen het zien. Je gaat achter in de rij staan om zo lang mogelijk tijd te rekken. Welk begrip kun je op dit gedrag toepassen?
A
Social loafing.
B
sociale facilitatie.
Slide 6 - Quiz
wederzijdse invloed
groepssocialisatie
Slide 7 - Slide
Sociale categorieën
Togetherness
Slide 8 - Slide
Referentiegroepen
Slide 9 - Slide
Verbind de groep met de juiste term
Sociale categorieën
Togetherness
Referentiegroepen
Alle sporters in Nederland
De mensen met wie je in de trein een praatje maakt
Je vaste vriendengroep
Slide 10 - Drag question
Indelings mogelijkheden van groepen
Formeel
Informeel
Relatiegericht
Taakgericht
Slide 11 - Slide
Indelings mogelijkheden van groepen
Formeel
Informeel
Relatiegericht
Taakgericht
Slide 12 - Slide
Wat voor soort groep zijn wij nu, tijdens de presentatie?
Taakgerichte groep
Relatiegerichte groep
Informele groep
Formele groep
Slide 13 - Drag question
Groepsontwikkeling
Slide 14 - Slide
Vormfase/forming
Slide 15 - Mind map
Stormfase/storming
Slide 16 - Mind map
Normfase/norming
Slide 17 - Mind map
Uitvoeringsfase/performing
Slide 18 - Mind map
Afsluitingsfase/adjourning
Slide 19 - Mind map
Slide 20 - Video
Fases volgen elkaar niet altijd op
Groepsdynamiek
Kenmerkende veranderingen van een groep
gebruik maken van groepsdynamiek
Slide 21 - Slide
Welke term past bij het plaatje?
Social loafing
Sociale facilitatie
Slide 22 - Drag question
Social loafing
(sociaal lanterfanten)
Slide 23 - Slide
Social loafing
(sociaal lanterfanten)
Minder moeite in opdracht
Slide 24 - Slide
Social loafing
(sociaal lanterfanten)
Minder moeite in opdracht
Meer moeite in opdracht
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Sociale facilitatie
Slide 27 - Slide
Sociale facilitatie
Moeilijke opdracht?
Gaat slechter
Slide 28 - Slide
Sociale facilitatie
Moeilijke opdracht?
Gaat slechter
Makkelijke opdracht
Gaat beter
Slide 29 - Slide
In hoeverre worden studenten op de calo beïnvloedt door sociale facilitatie en social loafing?