week 6 voorwerpen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

week 6

Wat doen we vandaag?

Herhaling leerdoelen vorige week

Interactieve instructie leerdoelen deze week

Zelfstandig aan de slag

Welke zin heeft een naamwoordelijk gezegde?

zin 1: Wij waren vandaag in een prachtig gebouw.

zin 2: Dat kasteel is een prachtig gebouw.

1. zin 1
2. zin 2

waar, of niet waar..
vijf seconde denktijd....

Een doe-zin heeft altijd een naamwoordelijk gezegde

1. waar
2. niet waar

Is onderstaande zin een doe-zin of een zijn-zin?
Wat voor soort gezegde dus?

De docent keek met plezier naar zijn lieve leerlingen.

1. doe-zin, ww-gezegde
2. zijn-zin, naamw gezegde

Wat is het gezegde uit de volgende zin?
Zeg ook ww-gez of nw-gez.

Het weer deze week is echt geweldig!

Wat is het gezegde uit de volgende zin?
Zeg ook ww-gez of nw-gez.

De zon heeft gisteren de hele dag geschenen.

Interactieve instructie

We lezen samen pagina 148 en 149

Hoeveel voorwerpen heeft de volgende zin?

De leerlingen hebben net de uitleg van deze les samen gelezen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. iets anders

Hoeveel voorwerpen heeft de volgende zin?

Heb jij de vorige vraag goed beantwoord?

1. 1
2. 2
3. 3
4. iets anders

Hoeveel voorwerpen heeft de volgende zin?

De lange jongen met krulhaar sleept zijn tas met veel herrie over de vloer.

1. 1
2. 2
3. 3
4. iets anders

Hoeveel voorwerpen heeft de volgende zin?

De docent Nederlands gaf de leuke klas H2 veel informatie over grammatica.

1. 1
2. 2
3. 3
4. iets anders

zelfstandig aan de slag

Serre: KERN handboek: handboek les 6 blz. 148 en 149

domeinles

KERN oefenboek: Grammatica, 

les F, blz: 104 en 105

opdracht 1 t/m 10