This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
De Oude Grieken
Alexander de Grote
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Toets bespreken
Beginnen met basis 6
Vragen maken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lezen
Lezen 'Kolonisatie'
Schrijf op wat er wordt bedoeld met 'Kolonisatie' en 'Barbaren'.
Slide 3 - Slide
Peloponnesische oorlog
Athene - Sterk op zee
Sparta - sterk op land
Oorlog 431-405 v. Chr. die Sparta won, maar beiden stadstaten waren erg verzwakt.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Filippus II (koning van Macedonië):
Dwingt de Griekse stadstaten om hem als koning te accepteren, behalve Sparta.
Zijn plan was om de Perzen aan te vallen zijn rijk uit te breiden.
vermoord voordat hij zijn plannen uit kan voeren.
Slide 6 - Slide
Opvolger van Filippus II
"Zoon van zeus"
Streefde naar eenheid in zijn rijk.
Hij verspreidde de Griekse Cultuur (Hellenisme)
Alexander de Grote
(336-323 v. Chr.)
Slide 7 - Slide
Dankzij de falanx met langere lanzen, een sterke cavalerie (paarden) en flexibele hoplieten (voetsoldaten) liep Alexander zijn tegenstanders onder de voet
Militaire overwinningen
Slide 8 - Slide
Hellenisme
Het overnemen van de Griekse cultuur door andere volken.
Van het woord; "Hellas" de griekse naam voor Griekenland
Genaraals moesten met lokale meisjes trouwen.
In alle gebieden worden steden gesticht met de naam "Alexandrië"
Beelden en gebouwen in al deze gebieden hebben dezelfde Griekse Karakteristieken.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Perzische Oorlogen
Oorzaak
Gevolg
Peloponnessische Oorlog
Oorzaak
Gevolg
TERUGBLIK
Perzen verslagen
Griekse stadstaten verzwakt
Kolonies betalen veel belasting aan de Perzen
Grote verschillen Sparta en Athene
Slide 12 - Drag question
Leg in je eigen woorden, in één zin uit wat het Hellenisme is.
Slide 13 - Open question
Zijn de stellingen juist of onjuist?Kies het juiste antwoord
1: Het Hellenisme is een gevolg van de veroveringen van Alexander
2: Het Hellenisme veroorzaakte de verzwakking van Athene en Sparta
A
Stelling 1 is juist
Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
Leg uit in één zin uit welke bron het beste past bij het begrip Hellenisme.