dag 2 di 19 sept - thema 2 - Bellen en mailen - groen

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 

Bellen en Mailen

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

de assistent

• iemand die voor zijn beroep iemand anders helpt bij zijn werk, bijvoorbeeld door de gemakkelijke taken te doen
•  kan een vrouw zijn maar ook een man
• werkwoord: assisteren
• Zin: De dokter was er niet, maar zijn assistent kon ons ook helpen.
• Zin: Ik ben een assistent van de docent.

de dienst

• een handeling waarmee je iemand helpt= service
•  de tijd dat je werkt
• meervoud: diensten
• Zin: Het vervoer naar het station is een gratis dienst van ons hotel.
• Zin: Mijn dienst houdt om vier uur op; daarna heeft dokter Jansen dienst.

streng

• als iemand wil dat anderen zich aan de regels houden en snel straft
• een koude winter: een strenge winter
• Zin: De man was erg streng voor zijn kinderen.
• Zin: In deze klas zijn de docenten niet zo streng, maar je moet wel opletten.

de huisarts

• je eigen dokter
•  daar ga je naartoe als je ziek bent
• meervoud: huisartsen
• Zin: Jelle belde de huisarts toen hij zich ziek voelde.
• Zin: Onze huisarts is een vrouw, zij is heel aardig.

persoonlijk

• zelf, niet door een ander
• persoonlijke dingen zijn van jezelf of voor jezelf = eigen
• Zin: De burgemeester kwam het cadeau persoonlijk brengen.
• Zin: De journalist gaf zijn persoonlijke mening.

Wat betekent :
de assistent?

1. iemand die niemand helpt
2. is alleen een man
3. is alleen een vrouw
4. iemand die iemand helpt

Geef een ander woord voor het woord :
streng

1. alles mag
2. altijd lief
3. iemand die op de regels let
4. iemand die niet snel straft

Een huisarts is een dokter

1. die in het ziekenhuis werkt
2. waar jij naar toe gaat als je ziek bent

wat betekent een dienst verlenen?

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

..... ....................... van onze huisarts helpt mij als ik een vraag heb.

Mijn moeder moet naar ..... ..................... , zij heeft pijn aan haar rug.

Deze boeken zijn van mij .......................... .

Wij hebben ................. van 09.00 uur tot 15.00 uur

Onze docenten zij niet zo ................, alleen als je niet luistert.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 

de assistent, de dienst, streng, de huisarts en persoonlijk