6.3 Voedselproductie (ecologie en milieu)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Veredeling

Slide 2 - Slide

Veredeling
Genetische modificatie

Slide 3 - Slide

Kunstmatige selectie en veredeling

Slide 4 - Slide

Monocultuur
Wisselcultuur

Slide 5 - Slide

Intensieve veehouderij
Biologische veehouderij

Slide 6 - Slide

Waarom is het juist belangrijk in de monocultuur en intensieve veehouderij om ziekte te voorkomen?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Je wilt zoveel mogelijk opbrengst in spruiten. Wat heb je daarvoor nodig?

Slide 9 - Mind map

Je hebt grond met genoeg voedingsstoffen nodig. Je kiest ervoor om kunstmest/stalmest te gebruiken. Welke stof zit hierin die de planten nodig hebben?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Chemische bestrijding
Chemische bestrijdingsmiddelen (gif), heten over het algemeen pesticiden
- Insecticiden - tegen insecten
- Herbiciden - tegen onkruid

Voordelen: snel, goedkoop, effectief
Nadelen: Persistentie, resistentie, niet soort-specifiek, komt in drink- en grondwater terecht. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Resistentie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

slakken uit de tuin halen door ze te vangen is
A
biologische bestrijding
B
chemische bestrijding
C
mechanische bestrijding

Slide 20 - Quiz

Bepaalde vlinders worden bestreden door middel van het inzetten van sluipwespen. Hoe noem je deze vorm van bestrijding.
A
chemische bestrijding
B
resistente bestrijding
C
biologische bestrijding

Slide 21 - Quiz

Een teler heeft last van bladluis op zijn gewas. Hij zet lieveheersbeestjes in om de bladluizen op te eten. Dit is een voorbeeld van?
A
Vruchtwisseling
B
Accumulatie
C
Biologische bestrijding
D
Bio industrie

Slide 22 - Quiz

Terug naar je spruitenveld. Je hebt kunstmest gebruikt, maar te veel gebruikt (overbemest). Wat denk je dat de gevolgen voor het milieu kunnen zijn?

Slide 23 - Open question

Eutrofiëring

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Stappenplan eutrofiëring
1. Er is eutrofiëring: teveel mineralen in het water
2. Door deze mineralen kunnen algen snel vermenigvuldigen: waterbloei
3. De laag algen blokkeert de doorgang van zonlicht naar planten op de bodem, waardoor de bodemplanten niet aan fotosynthese kunnen doen. 
4. De bodemplanten gaan dood en worden afgebroken door reducenten, die hierbij zuurstof verbruiken
5. Zonder zuurstof gaan de vissen ook dood. 

Slide 26 - Slide

Aan de slag!
Maak de opgaven van 7.7 (moeten af zijn voor de volgende les)

Ik zie jullie weer live op school!!!

Slide 27 - Slide