VVT les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

VVT - LES 2

Doelen vandaag

• Even terugblikken
• VVT branche en zorgvragers
• Chronische ziekte
• Begeleiding chronische ziekte 
• Wat gaan we volgende week doen?

Oefening 

• Schrijf voor jezelf op  welke zorg onder de VVT zorg valt en   welke zorgvragers je tegen kan komen*
• Wissel uit met degene die naast je zit
• Wat zijn de overeenkomsten/verschillen?

VVT branche

Onderscheid:

• Met huisvesting (somatisch, PG*, hospice maar ook revalidatie*)
• Thuiszorg
• Bij beide PV of VP

Bij een chronische ziekte zijn de klachten

1. altijd acuut
2. soms cyclisch
3. altijd progressief
4. altijd aanwezig

Een chronische ziekte duurt minimaal .....maanden

1. 6
2. 8
3. 10
4. 12

Een chronische is ziekte is

1. lichamelijk
2. psychisch/sociaal
3. beide antwoorden zijn goed

Een chronische ziekte heeft altijd gevolgen voor

1. onafhankelijk wonen
2. activiteiten en participatie
3. zelfzorg
4. sociale interactie

Chronische ziekte:

• duurt minimaal 6 maanden
• zonder genezing
• voortdurende interventie met medicijnen of speciale       benodigdheden nodig
• zorgt voor beperkingen in zelfzorg onafhankelijk wonen en sociale interactie
• er wordt een beroep gedaan op de gezondheidszorg

4 fasen

1.  Prodromale fase

2. Diagnostische fase

3. Behandelfase

4. Chronische fase

(progressief, permanent, cyclisch)

En jij als verpleegkundige?

• zorgt voor ziekte-inzicht (prognosegesprek met arts)
• coping gedrag (actief,  sociale steun, vermijden, afleiden)
• inventariseren mogelijkheden en beperkingen (revalidatie)
• welke zorg kan ingezet worden (toereikend) 
• zijn er mantelzorgers betrokken?

Voor woensdag

Maak

Casus meneer van Kasteren

Lees

Uit boek VVT deel 1:

- Hoofdstuk 3

- Hoofdstuk 4

- Hoofdstuk 7