ontwikkelings psychologie
1 / 16
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De linkerhelft van de hersenen is voor ruimtelijke inzichten.
A
Juist
B
Onjuist
C
Juist
D
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Op welke leeftijd heeft iemand een eigen style bij tekenen?
A
2 - 4 jaar
B
18+ jaar
C
6 - 12 jaar
D
4 - 10 jaar
Slide 3 - Quiz
Wat kan een gevolg zijn van nachtmerries bij kinderen?
A
Meer energie de volgende dag
B
Behoefte om te zingen
C
Opeen heel creatief zijn
D
Plassen in bed
Slide 4 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van fijne motoriek?
A
Papier knippen
B
Bal overgooien
C
Tekenen tussen de lijntjes
D
Klimmen
Slide 5 - Quiz
Psychische mishandeling doet niks met je hersenen.
A
Juist
B
Onjuist
C
Juist
D
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Na welke leeftijd is de spraak en taal volledig ontwikkeld?
A
5 jaar, blijft wel verder leren.
B
10 jaar, blijft wel verder leren.
C
10 jaar, leert niet verder.
D
5 jaar, leer niet verder.
Slide 7 - Quiz
Het woord voor de ontwikkeling waarbij kinderen leren dat schijn bedriegt?
A
Centratie
B
Conservatie
C
Centratie
D
Conservatie
Slide 8 - Quiz
Tijdens de pre-operationele stadium zijn kinderen niet meer egocentrisch. is dit waar of niet waar?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van bedreigingen voor kinderen?
A
Kinderlokkers
B
Lichamelijke en geestelijke mishandeling
C
Slaap en ongelukken
D
Krabbeltekeningen
Slide 10 - Quiz
Rond welke leeftijd bevinden kinderen zich in het ontwerpstadium?
A
4-5 jaar
B
2 jaar
C
6-12 jaar
D
3-4 jaar
Slide 11 - Quiz
Op welke leeftijd hebben kinderen controle over hun ingewanden en blaas
A
12 maanden
B
8 maanden
C
10 maanden
D
4 maanden
Slide 12 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met een lexicale fase?
A
De periode waarin een kind begint met het leren van woorden.
B
De fase waarin een kind zijn woordenschat vergroot.
C
De periode waarin een kind begint met het begrijpen van de betekenis van woorden.
Slide 13 - Quiz
Welke activiteiten kunnen helpen bij de ontwikkeling van de grove motoriek
A
Schrijven
B
Bal gooien
C
Puzzelen
D
Tekenen
Slide 14 - Quiz
Wat is een veelvoorkomende zintuigelijke verandering in het gehoor van kinderen als ze ouder worden.
A
Ze kunnen hogere tonen beter horen.
B
Ze kunnen lagere tonen beter horen.
C
Ze kunnen beter onderscheid maken tussen verschillende geluiden.
Slide 15 - Quiz
Wat is het proces waarbij kinderen een dominante hand, oog en voet ontwikkelen?
A
Latteratie
B
Differentiatie
C
Coördinatie
