2m - Les 9 - 4.4 Vermogen en energie

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg dit klaar op je tafel:
  • Je opgeladen laptop
  • Je boek

  • Een pen
En verder
  • Jas uit
  • Tas van tafel
  • Telefoon en oortje in je tas
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 3
  • leeroverzicht: 135 - 137
  • per paragraaf de toepassen opgaves (1-2 per leerdoel)
  • diagnostische toets
Hoofdstuk 4
  • leeroverzicht: 188 - 191
  • per paragraaf de toepassen opgaves (1-2 per leerdoel)
  • diagnostische toets
Hoofdstuk 5
Wat moet je kennen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Sleep de materialen naar het juiste vak
Isolatoren
Geleiders
Hierdoor kan GEEN stroom lopen
Hierdoor kan WEL stroom lopen

Slide 5 - Drag question

Is deze stroomkring
open of gesloten?
A
Open
B
Gesloten

Slide 6 - Quiz

Sleep de juiste afbeelding naar de component
Batterij
Lampje
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 7 - Drag question

Hoe groot is de
stroomsterkte? Geef ook de juiste eenheid!

Slide 8 - Open question

Welke waarde geeft de meter? Geef ook de juiste eenheid!

Slide 9 - Open question

Sleep het juiste symbool naar de component
Batterij
Lampje
led
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 10 - Drag question

Sleep de meter naar de juiste plaats

Slide 11 - Drag question

Leg het verschil tussen een serieschakeling en parallelschakeling uit.

Slide 12 - Open question

Sleep het juiste woord naar de juiste schakeling
Parallel-
schakeling
Serie-
schakeling
Serie-
schakeling

Slide 13 - Drag question

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het vermogen van 
een apparaat is.

Je kunt het vermogen berekenen.

Je kunt uitleggen dat een apparaat met een 
groter vermogen meer elektrische energie verbruikt.

Slide 14 - Slide

Een gesloten stroomkring
Als de stroomkring ergens onderbroken/geblokkeerd wordt, werkt hij niet meer.

Een stroomkring die helemaal rond gaat noem je gesloten

Slide 15 - Slide

Spanning
Om een stroom te laten lopen heb je spanning nodig.
Je kunt dit vergelijken met een ballon

Slide 16 - Slide

Schakelschema
Als je iemand wil uitleggen hoe 
een schakeling gemaakt moeten
worden, gebruik je een schakelschema
met symbolen.

Slide 17 - Slide

Stroomsterkte meten
De stroomsterkte is overal even groot, dus je kunt de meter overal plaatsen.

Slide 18 - Slide

Serieschakeling
Bij een serieschakeling zijn er geen vertakkingen.
Je kan maar op 1 manier door de schakeling lopen.

Slide 19 - Slide

Parallelschakeling
Bij een parallelschakeling 
heeft ieder lampje zijn 
eigen stroomkring.

Slide 20 - Slide

Energie en vermogen
  • Vermogen en energie zijn grootheden
  • Vermogen vertelt hoe fel een lamp is
  • Energieverbruik bepaalt de rekening

Slide 21 - Slide

Vermogen
  • Vermogen is: hoeveel elektrische energie een apparaat gebruikt per seconde.

  • De eenheid van vermogen is de watt (W)

  • Hoe hoger het vermogen, hoe meer licht!

Slide 22 - Slide

Wat is het vermogen
van dit apparaat?

Slide 23 - Open question

Vermogen berekenen

Slide 24 - Slide

Stap voor stap oplossen
Stap 1: Lees de opdracht
Stap 2: Noteer gegevens (en gevraagd)
Stap 3: Noteer de formules
Stap 4: Vul de gegevens in
Stap 5: Werk de berekening uit
Stap 6: Noteer de uitkomst
Stap 7: Controleer de uitkomst                                         

Slide 25 - Slide

Stap voor stap oplossen
Stap 1: Lees de opdracht
Stap 2: Noteer gegevens (en gevraagd)
Stap 3: Noteer de formules
Stap 4: Vul de gegevens in
Stap 5: Werk de berekening uit
Stap 6: Noteer de uitkomst
Stap 7: Controleer de uitkomst                                         

Slide 26 - Slide

Door een tosti-ijzer loopt een stroom van 3,2 A.
Hij is aangesloten op 230 V.
Bereken het vermogen.

Slide 27 - Open question

Zet op volgorde van toenemend vermogen

Slide 28 - Drag question

Begrippen uit deze les

Slide 29 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 30 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open question

Volgende les:
Practicum

Slide 33 - Slide