3H Eco H1.2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H1 opdracht 3b

1. 2,50 x 4
2. 2,50 / 4
3. 2,50 x 52 / 12
4. 2,50 x 12 / 52

H1 opdracht 5
Welke berekening is goed?

1. 18 + 18 x 0,03
2. 1,03 x 18
3. Geen van beide
4. beide

Hw.

Opgave 1.7

a> 12 / 0,60 = 20, dus punt ( 20, 0 )

en 12 / 0,80 = 15, dus punt ( 0, 15 )

b> 12 - 6 x 0,80 = 7,20

7,20 / 0,60 = 12, dus punt ( 12, 6 )

d> aflezen punt ( 8, 9 )

Opgave 1.7e
De budgetlijn verplaatst zich op de ... (1) as meer naar ... (2)

1. 1> horizontale 2> links
2. 1> horizontale 2> rechts
3. 1> verticale 2> beneden
4. 1> verticale 2> boven

Opgave 1.7g
De lijn is verplaatst naar ...

1. beneden en links
2. beneden en rechts
3. boven en links
4. boven en rechts

Hw.

Opgave 1.7

e> 12 / 1 = 12, dus punt ( 12, 0 )

en 12 / 0,80 = 15, dus punt ( 0, 15 )

f> 12 - 8 x 1,00 = 4,00

4,00 / 0,80 = 5, dus punt ( 8, 5 )

h> 16 - 8 x 1,00 = 8,00

8,00 / 0,80 = 10, dus punt ( 8, 10 )

3H Eco H1.2

Leerdoelen:

- Het kunnen opstellen van een begroting

- Het onderscheid kunnen maken tussen verschillende soorten uitgaven

Wat versta jij onder rondkomen?

Wat versta jij onder rondkomen?

Dat er genoeg inkomsten zijn om alle benodigde uitgaven te kunnen doen

Het salaris van Harry is € 3.000,- p.m.

Aan zijn hypotheek betaalt hij € 1.200,- p.m.

Aan boodschappen is hij € 900,- p.m. kwijt, aan energie € 200,- en aan overige zaken € 300,-

Kan hij deze maand 2 keer extra luxe uit eten?

Ik heb een nieuwe auto gekocht voor € 12.000,- en ik verwacht over 8 jaar een nieuwe te kopen. De prijs zal dan waarschijnlijk 15% hoger zijn. De inruilwaarde zal dan waarschijnlijk € 2.500,- zijn. Hoeveel moet ik in mijn maandelijkse begroting zetten?

Antwoord

12.000 x 1,15 = 13.800

13.800 - 2.500 = 11.300

11.300 / 96 = 117,71

Begroting

Inkomsten <----------------------> Uitgaven

Uitgaven:

- Vaste lasten

- Huishoudelijke uitgaven

- Reserveringsuitgaven

vaste lasten

huishoudelijke uitgaven

reserveringsuitgaven

uitgaan

abonnement club

nieuwe telefoon

hypotheekrente

Arbeidsinkomen ------------

Inkomen uit bezit ----------

Overdrachtsinkomen ---------

                                                     +

Totale inkomsten ---------------

Vaste lasten -------------------

Huishoudelijke uitgaven -------

Reserveringsuitgaven ---------

                                                         +

Totale uitgaven ----------------

Begroting

Inkomsten > Uitgaven  = Begrotingsoverschot

Inkomsten < Uitgaven = Begrotingstekort

Rondkomen

Uitgaven <= Inkomsten

Niet iedereen komt makkelijk rond en heeft zomaar een groot bedrag beschikbaar. 

Als een nieuwe auto nodig is, zouden deze gezinnen een auto kunnen kopen op afbetaling of leasen

Lenen

Rij deze auto voor € 8.000,-

OF VOOR SLECHTS € 120,-

                                                                                                         p.m. ged.8 jr.

Lenen

96 x 120 = € 11.520,-

11.520 - 8.000 = € 3.520,- extra betaald

totaal betaalde rente = € 3.520,-

Nadelen:

- Op lange termijn meer geld kwijt

- Meer vaste lasten --> Minder mogelijkheden om te reserveren voor de toekomst

Hw.

Opgaven 1.10 en 1.12