Antwoord formuleren

1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Formuleren van antwoorden
Hoe geef je een compleet antwoord op een vraag? 

Slide 2 - Slide

Het formuleren van antwoorden

Slide 3 - Slide

Hoe vaak heb je op een toets staan..

Verklaar je antwoord/ lees de vraag / gebruik de bron/ leg je antwoord uit!
Bijna nooit
Soms
Regelmatig
Vaak
Altijd

Slide 4 - Poll

Voorbeeld antwoorden

  • Goed, er is minder plaats
  • dat het doorstroomt
  • want ze halen dat weg dan
  • Nederland is groter dan Iran 



Slide 5 - Slide

Wat is er niet goed aan de voorgaande antwoorden?

Slide 6 - Open question

TIPS voor een goed antwoord
  • Analyseer de vraag -> onderstreep
  • Volledige zinnen in plaats van steekwoorden
  • Herhaal de vraag (gedeeltelijk) in je antwoord
  • Schrijf je antwoord op alsof de docent nog nooit van het onderwerp gehoord heeft

Slide 7 - Slide

Verschillende soorten vragen
1. De geef/noem vraag 
2. De leg uit vraag 
3. De vergelijk vraag 
4. De verband vraag 
5. Meerkeuze vraag

Slide 8 - Slide

De geef/noem vraag
Geef/noem vraag 
*je kunt bij deze vraag een kort antwoord geven

Geef een reden waarom er in Japan veel aardbevingen en vulkanen voorkomen?


Slide 9 - Slide

Geef een reden waarom er in Japan veel aardbevingen en vulkanen voorkomen?

Slide 10 - Open question

Geef een reden waarom er in Japan veel aardbevingen en vulkanen voorkomen?
Goed antwoord: 
In Japan komen  veel aardbevingen en vulkanen voor, omdat Japan op een breuklijn ligt.

Slide 11 - Slide

De leg uit vraag
Leg uit vraag 
*oorzaak en gevolg
*gebruik in je antwoord ... daardoor of daarom

Voorbeeld 1: Leg uit waarom de bevolkingsdichtheid in het westen van Nederland hoog ligt? 


Slide 12 - Slide

Leg uit waarom de bevolkingsdichtheid in het westen van Nederland hoog ligt? ?

Slide 13 - Open question

Leg uit waarom de bevolkingsdichtheid in het westen van Nederland hoog ligt? ? 
Goed antwoord: 

Er is veel werkgelegenheid in het westen van Nederland, daarom trekken veel mensen naar het oosten om er te werken.

Slide 14 - Slide

De leg uit vraag
*oorzaak en gevolg
*gebruik in je antwoord ... daardoor of daarom

Voorbeeld 2: Leg uit waarom een tsunami gevaarlijk is in ondiep water.

Slide 15 - Slide

Leg uit waarom een tsunami gevaarlijk is in ondiep water.

Slide 16 - Open question

 Leg uit waarom een tsunami gevaarlijk is in ondiep water.

Goede antwoord: 

Een tsunami wordt gevaarlijk in ondiep water  doordat de golf wordt afgeremd, waardoor de golf steeds hoger wordt.

Slide 17 - Slide

De vergelijk vraag
Vergelijk vraag ( vaak 2 punten)
*vertel over beide situaties


Vergelijk het klimaat van Nederland met dat van Iran.


Slide 18 - Slide

Vergelijk het klimaat van Nederland met dat van Iran
NEDERLAND                                             IRAN

Slide 19 - Slide

Vergelijk het Klimaat van Nederland met dat van Iran.

Slide 20 - Open question

Vergelijk het klimaat van Nederland met dat van Iran.
Goede antwoord: 
In Nederland valt er het hele jaar door neerslag. In Iran is het in de zomermaanden droog.

In Nederland is het in de zomer kouder dan in Iran, in de winter is het in Nederland juist warmer dan in Iran.

Slide 21 - Slide

De verband vraag

*wat hebben 2 dingen met elkaar te maken
*gebruik meestal in je antwoord hoe... hoe....

Wat is het verband tussen de volgende 2 kaarten?


Slide 22 - Slide

Wat is het verband tussen de volgende 2 kaarten?
RELIEF                                    BEVOLKINGSDICHTHEID 

Slide 23 - Slide

Wat is het verband tussen de volgende 2 kaarten?

Slide 24 - Open question

Wat is het verband tussen de volgende 2 kaarten?
Goede antwoord: 

Hoe meer reliëf, hoe lager de bevolkingsdichtheid

of

Hoe minder reliëf, hoe hoger de bevolkingsdichtheid

Slide 25 - Slide

Nog even wat herhaling
We hebben het gehad over een aantal AK vragen
-geef/benoem
-vergelijk
-verband
-leg uit
Schrijf nu voor jezelf op op welke manier je de verschillende vragen moet beantwoorden.

Slide 26 - Slide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Slide