Arbeidsovereenkomst

Arbeidsovereenkomst, na deze les: 
  • kun je omschrijven wat een arbeidsovereenkomst is.
  • kun je voorbeelden geven van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • ken je de  begrippen: jaarcontract, onbepaalde tijd en opzegtermijn.
  • kun je drie redenen noemen om een werknemer op staande voet te ontslaan.
  • kun je een voorbeeld noemen van een regel die staat in de Arbeidstijdenwet.
  • kun je het begrip minimumjeugdloon omschrijven.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Arbeidsovereenkomst, na deze les: 
  • kun je omschrijven wat een arbeidsovereenkomst is.
  • kun je voorbeelden geven van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • ken je de  begrippen: jaarcontract, onbepaalde tijd en opzegtermijn.
  • kun je drie redenen noemen om een werknemer op staande voet te ontslaan.
  • kun je een voorbeeld noemen van een regel die staat in de Arbeidstijdenwet.
  • kun je het begrip minimumjeugdloon omschrijven.

Slide 1 - Slide

Arbeidsovereenkomst
  • werknemer: iemand die voor een ander werkt
  • werkgever: heeft één of meer werknemers in dienst.

  • arbeidsovereenkomst: afspraken die gemaakt worden wanneer een  werknemer gaat werken bij een werkgever.
  • Deze afspraken staan in de arbeidsvoorwaarden.


Slide 2 - Slide

Arbeidsvoorwaarden I
  • primaire arbeidsvoorwaarden: afspraken over lonen en werktijden. 

  • secundaire arbeidsvoorwaarden: afspraken over bijvoorbeeld het aantal vakantiedagen, studiemogelijkheden en reiskosten.

Slide 3 - Slide

Arbeidsvoorwaarden II
  • jaarcontract: een arbeidsovereenkomst voor één jaar.
  • onbepaalde tijd: een arbeidsovereenkomst die duurt totdat de werknemer of werkgever (toestemming UWV) de overeenkomst opzegt of tot de werknemer met pensioen gaat. 

  • opzegtermijn: de periode tussen het moment van opzeggen en het moment van vertrekken.
  • proeftijd: een periode waarin de werknemer en de werkgever de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn kunnen beëindigen.

Slide 4 - Slide

Ontslag op staande voet
In sommige gevallen kan een werkgever een werknemer zonder opzegtermijn en zonder toestemming van het UWV ontslaan. Je spreekt dan van ontslag op staande voet.

Redenen voor een werkgever voor ontslag op staande voet zijn:
  • de werknemer weigert het opgedragen werk.
  • de werknemer steelt.
  • de werknemer komt te vaak te laat.

Ook een werknemer kan in sommige gevallen ontslag op staande voet nemen:
  • de werkgever betaalt het loon niet op tijd.
  • de werkgever maakt zich schuldig aan mishandeling.



Slide 5 - Slide

9 meerkeuzevragen

Slide 6 - Slide

Kies de juiste woorden.

Een ...1... heeft één of meer ...2... in dienst.
A
1 = werknemer 2 = werkgevers
B
1 = werkgever 2 = werknemers

Slide 7 - Quiz

Als je werkt bij de overheid ben je een ambtenaar.

Wat klopt?
A
Overheid is werknemer Ambtenaar is werkgever
B
Overheid is werkgever Ambtenaar is werknemer

Slide 8 - Quiz

Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst.
Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden?
A
De reiskostenvergoeding is € 100,- per maand.
B
Het loon bedraagt € 1400,- bruto per maand.

Slide 9 - Quiz

Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst.
Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden?
A
Het aantal vakantiedagen is 25 dagen per jaar.
B
Je werkt 36 uur per week.

Slide 10 - Quiz

Behoort een overwerkregeling tot de primaire of secundaire arbeidsvoorwaarden?
A
primaire arbeidsvoorwaarden
B
secundaire arbeidsvoorwaarden

Slide 11 - Quiz

In een arbeidsovereenkomst worden afspraken gemaakt over de duur van de overeenkomst.
Hoe noem je een overeenkomst voor één jaar?
A
proeftijd
B
jaarcontract

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de periode tussen het moment van opzeggen en het moment van vertrekken?
A
opzegtermijn
B
proeftijd

Slide 13 - Quiz

Als een werkgever een werknemer direct ontslaat omdat de werknemer steelt, spreek je van ...
A
ontslag op staande voet
B
ontslag met reden

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Te vaak te laat komen, is een reden voor een werkgever om de werknemer op staande voet
te ontslaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Jongeren aan het werk
  • Veel jongeren werken, maar regels over soort werk en uren. Deze regels staan in de Arbeidstijdenwet (ATW).

  • Ook over de hoogte van het loon dat jongeren moeten verdienen, zijn afspraken gemaakt. 
  • Personen die jonger zijn dan 23 jaar krijgen in Nederland minimaal het minimumjeugdloon.

Slide 16 - Slide

Arbeidstijdenwet (ATW)
  • In de Arbeidstijdenwet, die geldt sinds 1996, staat dat kinderarbeid verboden is. Kinderen zijn in deze wet personen die jonger zijn dan 16 jaar.

  • De Arbeidstijdenwet maakt voor kinderen vanaf 13 jaar wel een aantal uitzonderingen. Maar wat kinderen wel en niet mogen is aan strenge regels gebonden.


Slide 17 - Slide

Minimumjeugdloon
  • Voor iedere werknemer in Nederland geldt de Wet Minimumloon. De lonen mogen niet lager zijn dan een vastgesteld minimum.

  • Voor jongeren jonger dan 23 jaar geldt het minimumjeugdloon.

Slide 18 - Slide

4 meerkeuzevragen

Slide 19 - Slide

Hoe heet de wet waarin geregeld wordt hoeveel uur jongeren mogen werken?
A
Arbeidstijdenwet
B
Jeugdwet

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?

Volgens de ATW mogen jongeren van 12 t/m 15 helemaal niet werken.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Waar of niet waar?

Hoeveel een jongere maximaal mag verdienen is geregeld in de wet minimumloon.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Waar of niet waar?

Het minimumjeugdloon is voor alle jongeren onder de 23 gelijk.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Arbeidsovereenkomst, na deze les: 
  • kun je omschrijven wat een arbeidsovereenkomst is.
  • kun je voorbeelden geven van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • ken je de  begrippen: jaarcontract, onbepaalde tijd en opzegtermijn.
  • kun je drie redenen noemen om een werknemer op staande voet te ontslaan.
  • kun je een voorbeeld noemen van een regel die staat in de Arbeidstijdenwet.
  • kun je het begrip minimumjeugdloon omschrijven.

Slide 24 - Slide