wk 38: les 2+3

Woensdag 16 september - V1b
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Herhaling regels verkleinwoord
  • Spelling: bezitsvorm
  • Aan de slag!

  • 10 minuten stillezen
  • Herhaling fictie
  • Genre
  • Aan de slag!




timer
10:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woensdag 16 september - V1b
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Herhaling regels verkleinwoord
  • Spelling: bezitsvorm
  • Aan de slag!

  • 10 minuten stillezen
  • Herhaling fictie
  • Genre
  • Aan de slag!




timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...bij spelling geleerd wat de regels zijn voor het schrijven van het verkleinwoord.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je leren...
...om de regels voor de bezitsvorm goed toe te passen.

Slide 3 - Slide

timer
10:00
: terugblik

Slide 4 - Slide

Bezitsvorm
In plaats van 'de laptop van broertje' kun je ook zeggen 'mijn broertjes laptop'. De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

de mountainbike van mijn broer → mijn broers mountainbike
de viool van Okke → Okkes viool
de passer van Farah → Farahs passer
het broodje van Corné → Cornés broodje

Slide 5 - Slide

Bezitsvorm
Bezitsvorm met ’s of ’ (apostrof)

In de bezitsvorm schrijf je de s altijd vast aan het zelfstandig naamwoord, tenzij:
  • het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker of een y. Je schrijft dan een apostrof voor de s:
     → Mila’s regels, Amy’s roddels

  • het zelfstandig naamwoord eindigt op een sisklank. Je schrijft dan alleen een apostrof:
     → Morris’ kaartspel, Joyce’ gereedschap.


Slide 6 - Slide

De laptop van Thijs → ... laptop

Slide 7 - Open question

De telefoon van Senna → ... telefoon

Slide 8 - Open question

Het schrift van Sofien → ... schrift

Slide 9 - Open question

Het potlood van Naut → ... potlood

Slide 10 - Open question

Het shirt van Lucas → ... shirt

Slide 11 - Open question

Het boek van Daisy → ... boek

Slide 12 - Open question

De spullen van Felipe → ... spullen

Slide 13 - Open question

Het verjaardagslied van Milou → ... verjaardagslied

Slide 14 - Open question

De broers van Carmen → ... broers

Slide 15 - Open question

De foto van Sara → ... foto

Slide 16 - Open question

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Blok 5, 5.3 Spelling, B Bezitsvorm
  • Maak vraag 1 t/m 5
  • Maak de vragen in LessonUp op slide 18 t/m 20

Slide 17 - Slide

Lesdoel behaald? Ik kan de regels voor het verkleinwoord juist toepassen.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik kan de regels voor de bezitsvorm juist toepassen.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Maak deze oefeningen:

Slide 20 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...hoe je een hoofdpersoon kunt herkennen.
...wat bijfiguren zijn.
...wat medespelers en figuranten zijn.


Tweede uur van het blokuur
! Zijn er leerlingen die een leuk stuk willen schrijven over Texel, voor op de website?

Slide 21 - Slide

Deze les ga je leren...
...wat een genre is.

Slide 22 - Slide

Terugblik: hoofdpersonen, bijfiguren (medespeler, figurant)
Hoofdpersoon
Van een hoofdpersoon kom je het meeste te weten: je leest wat hij doet, denkt, voelt.
Het grootste deel van het verhaal beleef je door de ogen van de hoofdpersoon.
De hoofdpersoon heeft altijd een belangrijk probleem of een opdracht.

Bijfiguur
Over bijfiguren kom je minder te weten. Je leert ze minder goed kennen dan de hoofdpersoon.
Bijfiguren kun je onderverdelen in:
  • Medespeler: spelen een rol in de gebeurtenissen. Vaak die van helper of tegenstander en hebben hierdoor ook een doel. Soms verandert de rol. Dat maakt het verhaal verrassend en zorgt voor spanning.
  •  Figurant: zijn alleen maar vulling voor het verhaal.


Slide 23 - Slide

Genre?

Slide 24 - Mind map

Genre
Een genre is een verhaalsoort.
Bijvoorbeeld:
  • Avonturenverhaal
  • Oorlogsverhaal
  • Sprookje
  • Probleemverhaal
  • Historisch verhaal
  • Liefdesverhaal


Slide 25 - Slide

Genre
Een genre is een verhaalsoort

Slide 26 - Slide

Wat voor soort boeken
lees jij het liefst?

Slide 27 - Mind map

Aan de slag!
  • Ontwerp/teken het logo dat op de rug van dit boek zou kunnen staan.
Klaar?
  • Maak de vragen op slide 29 t/m 32
Klaar?
  • Verder lezen in Wonder

Slide 28 - Slide

De hoofdpersoon van Wonder is...

Slide 29 - Open question

De bijfiguren in Wonder zijn...

Slide 30 - Open question

De figuranten in Wonder zijn...

Slide 31 - Open question

Lesdoel behaald? Ik weet wat een genre is.
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Einde van deze les

Slide 33 - Slide