Werk stap per stap en zet de info in de volgende Padlet.
Slide 5 - Slide
Machu Picchu. Cultura Inca. Cuzco - Perú
Chichen itzá. Cultura Maya. México
Estatuas Moai. Chile.
Los glaciares Argentina
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Maak je eigen werkwoordenlijst in excel. Het bestand zit in Google Classroom
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
wordwall.net
Slide 18 - Link
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
¿Wat heb je geleerd vandaag? ¿Vond je het leuk?
Slide 22 - Open question
Verbind met elkaar
ESTAR
SER
Je gebruik ... om de naam, beroep, nationaliteit en herkomst aan te geven; om te zeggen welke dag en tijd het is; evenementen; kleuren; blijvende kenmerken, eigenschappen.
Je gebruikt ... om een tijdelijke toestand te beschrijven; om te zeggen waar iets of iemand zich bevindt; om eten te beoordelen.
Slide 23 - Drag question
Verbind met elkaar
DONDE
QUE
Het meest gebruikte betrekkelijk voornaamwoord is..., en je kunt het gebruiken voor zowel personen als zaken.
Voor plaatsen gebruik je altijd...
Slide 24 - Drag question
Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord. Un vegetariano es una persona ... no come carne.
A
qué
B
donde
C
dónde
D
que
Slide 25 - Quiz
Una farmacia es un lugar ... podemos comprar medicinas.