Week 5, kennismaken klinisch redeneren

Week 9
Klinisch redeneren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Week 9
Klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

Inhoudsopgave 

-  Kennismaken met klinisch redeneren
- 5 QUIZ  vragen tussendoor                       
- Evalueren

Slide 2 - Slide

Antwoorden:

Fase 1: bedreigde ik (begeleidingsfase)
Fase 2: verdwaalde ik (verzorgingsbehoeftige fase)
Fase 3: verborgen ik (verplegingsbehoeftige fase)
Fase 4: verzonken ik (ook verplegingsbehoeftige fase)

Slide 3 - Slide

Welke benaderingswijzen voor iemand met dementie bestaan er?
(meer zijn goed, 1 kiezen)
A
Realiteits- en oriëntatie benadering (ROB)
B
SOAP
C
Validation
D
Snoezelen

Slide 4 - Quiz

Juiste antwoorden waren:


- Realiteits- oriëntatie benadering (fase 1, soms in 2)
- Validation (fase 2 en 3)
- Snoezelen (fase 4)


Slide 5 - Slide

Klinisch redeneren 

Slide 6 - Slide

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 7 - Quiz

Klinisch redeneren =
- Doe je continue als verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappen & redeneerhulpmiddelen
Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/MEWS/ABCDE)
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 10 - Slide

In welke fase pas je het redeneerhulp middel 'SOAP' toe?
A
Fase 1 : oriëntatie situatie
B
Fase 3: aanvullende observaties/onderzoek
C
Fase 4: verpleegkundig beleid vaststellen
D
Fase 5: verloop monitoren / rapportage

Slide 11 - Quiz

Client Slikke:
- Pols van 120
- Tensie 170/50
- Temp 38,2
- Ademhaling 15
- Suf 

Slide 12 - Slide

Wat is de MEWS van dhr Slikke?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

SBAR: 
Als je de arts of een collega besluit te bellen, is de SBAR een goed hulpmiddel om informatie helder en geordend over te brengen. De afkorting SBAR staat voor:
  • Situatie – Wie ben jij, over welke zorgvrager gaat het en wat is het probleem?
  • Behandeling – Wat zijn de voorgeschiedenis en achtergrond tot nu toe?
  • Analyse – Wat is jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie?
  • Respons – Wat wil je dat er gebeurt

Slide 14 - Slide