De peuter: 1. Fysieke ontwikkeling: 1.1 Groeiende zelfredzaamheid.

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER
1 / 16
next
Slide 1: Slide
PsychologieSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HOOFDSTUK 5: DE PEUTER
DE PEUTER

Slide 1 - Slide

INLEIDING 
  • Lees de inleiding van ‘Hoofdstuk 5: De peuter’ op pg. 72.
  • Welk verhaal gaat er, volgens jou, schuil achter deze   foto?
  • Wat voelt en denkt deze jongen volgens jou?
  • Wat zou er, volgens jou, gebeurd zijn in de seconden   voor deze foto werd genomen?
  • Vertel jij zijn verhaal?



    Maak taak 10: Het verhaal van de huilende peuter.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1. Fysieke ontwikkeling
1.1 GROEIENDE ZELFREDZAAMHEID
  • Bekijk enkele videofragmenten van peuters in actie.




 


  • Beantwoord de vragen in je werkboek op pagina 73.

Slide 4 - Slide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
1.1.1 Peuters groeien
  • Niet meer zo snel als baby.
  • Rond 3 jaar gemiddeld 1 meter groot.

1.1.2 Fijne motoriek
  • met lepel eten
  • blokken stapelen 
  • stukken in een puzzelplank passen
  • bladzijde van een boekje omslaan.   
 

Slide 5 - Slide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
1.1.3 Grove motoriek
  • Lopen.
  • Op de trap kruipen.
  • Met loopfiets rijden.
  • Rennen.
  • Tegen een bal schoppen.
  • Over hindernissen klimmen.
  • Achteruit lopen
  • Voorwerpen dragen, trekken en duwen

Slide 6 - Slide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
Welke invloed kan het 'leren stappen' hebben op de andere ontwikkelingsgebieden van het kind?

1.1.4 Cognitieve ontwikkeling
Het kind kan:
  • Op verkenning gaan.
  • Vanuit verschillende hoeken voorwerpen en ruimtes bekijken.
  • De wereld wordt groter en overzichtelijker.
  • Zich oriënteren in de ruimte.

Slide 7 - Slide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid
Welke invloed kan het 'leren stappen' hebben op de andere ontwikkelingsgebieden van het kind?

1.1.5 Socio - emotionele ontwikkeling
  • Het kind voelt zich zelfstandiger.
  • De relatie met ouders wordt anders nu het zelf van ouders kan weggaan en ernaartoe   gaan.

Slide 8 - Slide

1. De fysieke ontwikkeling
1.1 Groeiende zelfredzaamheid

BESLUIT:
De peuter gebruikt al deze nieuwe vaardigheden om meer en meer zelf te doen:
  • Zelf stappen.
  • Zelf eten.
  • Zelf kleren aandoen.

                                               DE ZELFREDZAAMHEID VERHOOGT.

Slide 9 - Slide

Wat zijn voorbeelden van nieuwe mogelijkheden op het vlak van fijne motoriek? (B)
A
lopen
B
blokken stapelen
C
Tegen een bal schoppen.
D
rennen

Slide 10 - Quiz

Wat bevordert de ontwikkeling van hand-oogcoördinatie? (A)
A
Met een lepel eten.
B
Rennen
C
Op de tenen lopen.
D
Voorwerpen dragen.

Slide 11 - Quiz

Hoe beïnvloedt het leren stappen de cognitieve ontwikkeling bij peuters? (B)
A
Het beperkt hun vermogen om de ruimte te verkennen.
B
Het vergroot hun vermogen om voorwerpen van verschillende hoeken te bekijken.
C
Het heeft geen invloed op de cognitieve ontwikkeling.
D
Het verkleint hun wereldbeeld.

Slide 12 - Quiz

GROVE MOTORIEK
FIJNE MOTORIEK
LOPEN
ETEN MET EEN VORK.
KLEUREN
KLIMREK KLIMMEN
TEKENEN
VOORWERPEN DRAGEN.
MET EEN LOOPFIETS RIJDEN.
PUZZELEN MET EEN PUZZELPLANK

Slide 13 - Drag question

GROVE MOTORIEK
  • Op een klimrek klimmen.
  • Met een loopfiets rijden.
  • Voorwerpen dragen.
  • Lopen


FIJNE MOTORIEK
  • Tekenen
  • Kleuren
  • Puzzelen met puzzelplank.
  • Eten met een vork.

Slide 14 - Slide

Leren stappen creëert heel wat nieuwe mogelijkheden voor het kind.
Welke invloed kan dat hebben op:
a. de cognitieve ontwikkeling
b. de socio-emotionele ontwikkeling

Slide 15 - Open question

1. De fysieke ontwikkeling
ANTWOORD OP DE VRAAG VAN DE VORIGE DIA.

a. Cognitieve ontwikkeling:

Het kind kan:
- Op verkenning gaan.
- Vanuit verschillende hoeken voorwerpen en ruimtes bekijken.
- De wereld wordt groter en overzichtelijker.
- Zich oriënteren in de ruimte.

b. Socio - emotionele ontwikkeling
- Het kind voelt zich zelfstandiger.
- De relatie met ouders wordt anders nu het zelf van ouders kan weggaan en ernaartoe gaan.

Slide 16 - Slide