Woordenschat

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Link

Verschil pleonasme en tautologie
Pleonasme
Eigenschap van een begrip wordt nog eens benoemd: dubbelop dus!                       Rood bloed

Tautologie
Twee begrippen die precies hetzelfde zeggen
                                                                    Gratis en voor niets

Slide 4 - Slide

De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 5 - Quiz

Met zo'n negatieve instelling en mentaliteit zal je niet overgaan.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 6 - Quiz

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 7 - Quiz

Ik zag mijn zusje van 7 jaar elke maand groter groeien.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 8 - Quiz

Er werden drie mannen opgepakt voor de opzettelijke inbraak bij de bank.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 9 - Quiz

Sommige simpele programma's kunnen heel populair zijn, neem nou bijvoorbeeld Lingo.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quiz

Woordparen: wie herkent ze?


Door weer en wind bezorgde hij de pizza's.

Tegen heug en meug at hij het eten op.

Er komt moord en doodslag van.

Hij beweerde bij hoog en laag dat hij de waarheid sprak.

De waarheid stond zwart op wit op papier.

Ik hou van jou voor altijd en eeuwig!



Slide 11 - Slide

Vaste combinaties:
aantekeningen....
A
vervaardigen
B
maken
C
schrijven

Slide 12 - Quiz

Appels met peren ...
A
bekijken
B
verkopen
C
vergelijken

Slide 13 - Quiz

Je hart....
A
volgen
B
stemmen
C
breken

Slide 14 - Quiz

Moed...
A
pakken
B
verzamelen
C
rapen

Slide 15 - Quiz

Van aanpakken ....
A
doen
B
weten
C
en doorpakken

Slide 16 - Quiz

Een verdrag....
A
sluiten
B
maken
C
aangaan

Slide 17 - Quiz

Dit .... ons zorgen.
A
geeft
B
biedt
C
baart

Slide 18 - Quiz