Sommen Jij toets BBZB

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Sommen Jij toets 

Israe drinkt 1/4 beker frisdrank
Andre drinkt 1/8 beker
Hoeveel frisdrank drinken zij samen?

1. 1/6 beker
2. 1/12 beker
3. 3/8 beker
4. 1/32 beker

Als je een breuk wil optellen moet je eerst zorgen dat ze dezelfde naam/noemer hebben

1/2 en  1/4 kan je dezelfde noemer geven. Je kunt 1/2 in twee stukjes van 1/4 knippen

Dat kan je dus ook doen met 1/4 en 1/8!

1/4 beker (van Israe) is dus 2/8 beker tel 1/8 van Andre erbij = 3/8

Efe eet een kwart appel op.
Hoeveel heeft hij opgegeten?

1. 1/2
2. 1/4
3. 1/3

Een kwart is altijd 1/4 deel

Denk aan een kwartier

Daarvan zijn er ook 4 in een uur

Hoeveel deelnemers deden er in totaal mee?
Schrijf de som EN het antwoord op.

In elke verhaalsom staat een belangrijk woord waaraan je kan zien wat de som is. 

Nu een som om te kijken of jij je rekenmachine goed gebruikt:

Hoeveel is 3,60 +1,25 + 4,30?

1/5 meter + 1/5 meter =

1. 1/5
2. 1/10
3. 2/25
4. 2/5

Als je breuken optelt, tel je alleen de teller op, de noemer blijft hetzelfde

Esra loopt hard ze stopt op 1/2 deel van de weg. Tussen welke bomen stopt zij?

1. A en B
2. C en D
3. B en C

Tassnim, Yagmur, Anisa, Dayreen en Melike eten bij de snackbar. Ze moeten 24,50 betalen. Hoeveel kostte het gemiddeld per persoon?

Gemiddeld is gewoon eerlijk verdelen!

Welk getal is gelijk aan zes tienden?

1. 0,006
2. 0,06
3. 0,6
4. 6

Het eerste getal achter de komma heet een tiende het tweede een honderdste en het derde een duizendste