This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De Middeleeuwen
GS4 Baas boven baas
Slide 1 - Slide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een Middeleeuwse stad werd bestuurd en kan je een aantal middeleeuwse straffen noemen.
Slide 3 - Slide
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas
Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 4 - Slide
Blij met de stad!
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
Slide 5 - Slide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 6 - Slide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Gevangenisstraffen kosten de samenleving veel geld. 1. De bewakers moesten betaald worden 2. De gevangene moest van eten voorzien worden 3. De gevangenis moest onderhouden worden
Boeven werden vaak voor korte tijd in kerkers gehouden. Tot dat hun straf werd bepaald.
Slide 11 - Slide
Lijfstraffen
- Geselen (zweepslagen)
- Pijnbank
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Schandpaal
Schandpaal Gezegde: Voor paal staan Betekenis: Je staat voor gek
Slide 14 - Slide
Doodstraf
- Onthoofding - Ophanging
- Verbranding - Radbraken
(iemand breken op een rad)
Slide 15 - Slide
straf: radbraken
Slide 16 - Slide
Verbanning in het heden
Slide 17 - Slide
Op de brandstapel
Wie eindigen op de brandstapel?
Slide 18 - Slide
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
Slide 19 - Drag question
Verbanning = uit de samenleving gezet worden (straatverbod)
Slide 20 - Slide
Kwamen deze gewelddadige straffen vaak voor?
- Veel straffen werden omgezet naar een geldboete. - Straffen verschilden per stad - De gewelddadige straffen hadden een bangmakend effect