§ 3.4 Krachten

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

§3.4 Krachten

Lesdoelen

• Je weet kracht een grootheid is, hoe je kracht kan meten, 
  welke eenheid en welk symbool je er voor gebruikt.
  
• Je kan de zwaartekracht uitrekenen met de massa.
• Je kan aangeven waardoor krachten in constructies  ontstaan, en wanneer dat druk- en/of trekkrachten zijn.
• Je kan aangeven welke krachten, waar in een driehoeksconstructie ontstaan.

Zwaartekracht

• Zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
  
• De eenheid waarmee krachten worden gemeten is
  Newton, afgekort N
• Krachten kan je meten met een krachtmeter
• Op 1 Kg werkt een kracht van 10 N.

Een brug
die niet sterk genoeg was

https:

Soorten krachten

• drukkracht    ----> <----
  
• trekkracht      <--------->

Krachten teken je met pijlen

De richting geeft aan in welke richting de kracht werkt

De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht weer.

Geschikte materialen

Drukkrachten:  beton, staal, hout

Trekkrachten: staal, hout

Lees paragraaf 4 Krachten

Handboek blz. 93 t/m 96

Hoe noem je de eenheid die je gebruikt voor het meten van krachten?

1. Massa
2. Kilogram
3. Newton
4. Zwaartekracht

Omrekenen:
Hoeveel gram is gelijk aan van 1 kg?

1. 1 g
2. 10 g
3. 100 g
4. 1000 g

Omrekenen:
Hoeveel gram is gelijk aan van 3,5 kg?

1. 350 g
2. 35 g
3. 3500 g
4. 3,5 g

Hoeveel zwaartekracht werkt er op een massa van 1 kg?

1. 1 N
2. 0,1 N
3. 10N
4. 100 N

Hoeveel zwaartekracht werkt er op een massa van 350 g?

1. 3,5 N
2. 0,35 N
3. 35 N
4. 350 N

waar wil je nog een vraag over stellen?