01 02 2021 extra uitleg werkwoordspelling

TV 1 A
Welkom
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TV 1 A
Welkom

Slide 1 - Slide

Programma en leerdoel
Uitleg werkwoordspelling: je weet hoe je de werkwoorden spelt in alle tijden.


Slide 2 - Slide

Huiswerk werkwoordspelling
  • Hst. 2, theorieblok lezen en opdracht 5 maken
  • Hst. 3, theorieblok lezen en opdracht 3 maken
  • Hst. 4, theorieblok lezen en opdracht 1, 3 en 4 maken
  • Lees verder in De Dief, t/m hst. 15  

Slide 3 - Slide

Bekijk je toets: waar zitten jouw fouten?
  1. fouten in de uitgang (geen -n bij meervoud bijv.)
  2. vergissing in d of t verleden tijd (bijv. bonsten ipv bonsden)
  3. fouten in zwak-sterk (bijv. blaasden ipv bliezen)
  4. vergissing in pv of volt.dw (bijv. DHL bezorgd pakketjes)
  5. andere fouten

Vul dat in Teams in, bij je mapje Oefentoetsen / Werkwoordspelling Analyse





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In verschillende groepen


  • Morris, Lyvanne, Robin, Tygo, Lisa, Dominic, Faye, Kyara: leesvaardigheid: opdracht 8B van Hst 4, Nw Ned. Online. Daarna lezen in De Dief
  • Rest: uitleg werkwoordspelling en oefeningen maken










Slide 6 - Slide

Wat vul je in?
  1.  Jullie .....(werpen, verleden tijd) de bal best hard naar ons toe. 
  2. Zij .... (bonzen, v.t.) gisteren hard op de deur. 
  3. Vorige week .....(heffen, v.t.) hij het glas op de jarige.
  4. ....(mogen, v.t.) de kinderen vorige week nog na 21.00 uur op straat spelen?

Slide 7 - Slide

Hoe weet ik nou hoe ik een werkwoord spel? 

Slide 8 - Slide

Stappenplan ww.spelling

Slide 9 - Slide

De belangrijkste vraag:  pv of niet?
  • is het ww een pv? JA 
  • tegenwoordige tijd 
  • ik-vorm voor 'ik'  en 'je/ jij' achter het werkwoord
  • ik loop / loop jij?
  • ik-vorm+ t voor 'je/ jij' voor het werkwoord: jij/hij loopt 
  • hele werkwoord voor het meervoud
  • de kinderen lopen





Slide 10 - Slide

De allerbelangrijkste vraag:  
  • is het ww een pv? JA 
  • verleden tijd
  • sterk ww? => klankverandering: ga, ging
  • zwak ww? => haal van hele werkwoord -en af (=stam)
  • laatste letter in  'T SeXy FoKSCHaaP'? Dan +te /+ten. Andere letter: + de/-den
  • klappen => p => ik klapte / verven => v => hij verfde
  • raden => d => hij raadde



Slide 11 - Slide

De allerbelangrijkste vraag:  
  • is het ww een pv? JA 
  • En is de pv ook een bevel of opdracht? JA
  • Dat is de gebiedende wijs. Daarvoor gebruik je de ik-vorm: 
  • Loop door! Houd afstand! 




Slide 12 - Slide

Check: pv tt en pv vt
  1. Hij ..... [missen] gisteren zijn vrienden.
  2. Er .....[gebeuren] hier vaak een ongeluk.
  3. .....[verzenden] dit pakket onmiddellijk! 
  4. Elke week ..... [bezorgen] hij een postpakket.
  5. Hij .....[vertellen] me vaak dat verhaal.
  6. Vorige week .....[verven] hij die deur. 

Slide 13 - Slide

ww geen pv? dan vier keuzes!
  1. het is een volt. deelwoord => Het pakketje is gestuurd. Check: sturen / r / niet in T SeXy FoKSCHaaP / dus d.
  2. of een bijv. gebruikt vd => zo kort mogelijk. De beklede bank is mooi. 
  3. of een heel werkwoord (infinitief ).  
  4. of een onvolt. deelwoord. Dat is het hele werkwoord +d: de lachende clown; een spelend meisje

Slide 14 - Slide

Check: volt. tijd
  1. De ......[verkleden] clown treedt niet meer op.
  2. Door de droogte is de tuin echt ....[verwaarlozen].
  3. Wij hebben dit pakket echt ......[verzenden]. 
  4. DHL heeft dit pakket ....[bezorgen].

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

4: onvolt. deelwoord: lachend

Slide 17 - Slide


Succes met alles en tot volgende week. Groetjes, Lidwien Daniels
5. "..... [houden] afstand!", riep moeder tegen haar dochtertje.
Gemengde oefening

  1. En toen ......[richten] de dief zich op en ........[schieten] de agent neer.
  2. .....[verkleden] jij je graag met carnaval? Ja, dat ......[bevallen] mij wel!
  3. Er zijn hier in deze straat veel ongelukken .......[gebeuren]. ......[worden, tt] je daar niet verdrietig van?
  4. De ...... [bezorgen] postpakketjes kunnen nog steeds worden ......[ophalen].
  5. "..... [houden] op!", riep moeder tegen haar dochtertje.

Slide 18 - Slide

Check! Schrijf ik:
  • word of wordt? => Wie is het onderwerp? Ik, of jij erachter? Dan word!  
  • verdiend of verdient? => Is het een pv? Dan verdient! Is het een volt.dw? Dan verdiend!
  • gebeurd of gebeurt? => is het een volt.dw of een pv? Pv: dan gebeurt! Volt.dw? Dan 'gebeurd'
  • miste of mistte ? => Is het hele ww missen of misten?
  • verbrede of verbreedde? => bijv. gebruikt (korte vorm) of pv?

  

Slide 19 - Slide

Verder werken
  • Voor de volgende les heb je De Dief t/m hoofdstuk 16 gelezen. Zorg dat je vragen kunt beantwoorden over het boek.
  • Oefeningen werkwoordspelling voor leerlingen die extra moeten oefenen. 

Slide 20 - Slide

Schrijf in de chat
  • Wat heb je beter begrepen?
  • Wat vind je nog moeilijk?  

Slide 21 - Slide

Wat heb je (beter) geleerd vandaag?

Slide 22 - Open question