6.6 kleding en welk

Wat gaan we vandaag doen?
  • We gaan vandaag alle nieuwe woorden van 6.1 t/m 6.4 nog een keer oefenen. Thema 6 gaat over kleding.
  • We gaan 6.5 nakijken
  • We gaan 6.6 bespreken en oefenen ( vragen stellen met welk of welke)
  • We gaan veel spreken! 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
  • We gaan vandaag alle nieuwe woorden van 6.1 t/m 6.4 nog een keer oefenen. Thema 6 gaat over kleding.
  • We gaan 6.5 nakijken
  • We gaan 6.6 bespreken en oefenen ( vragen stellen met welk of welke)
  • We gaan veel spreken! 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen voor vandaag
Na de les van vandaag:
  • Hebben we veel woorden herhaald en geoefend. Als je woorden vaak oefent en gebruikt, kun je ze beter onthouden en gebruiken!
  • Kennen jullie nog een manier om vragen te stellen met de woorden welk en welke  en hoe je deze woorden gebruikt.
  • Hebben we luister- en spreekoefeningen gedaan.

Slide 2 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • het hemd    
  • de hemden

Slide 3 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de broek     
  • de broeken

Slide 4 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de sok        
  • de sokken

Slide 5 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de onderbroek      
  • de onderbroeken

Slide 6 - Slide

Wat is dit? 


  • het T-shirt 
  • de T-shirts

Slide 7 - Slide

Wat is dit? Noem ook het lidwoord en het meervoud.


  • de BH                        
  • de BH's                     

Slide 8 - Slide

Wat is dit?


  • de trui      
  • de truien

Slide 9 - Slide

Wat is dit? 


  • de schoen      
  • de schoenen

Slide 10 - Slide

Wat is dit?


  • de rok        
  • de rokken

Slide 11 - Slide

Wat is dit?


  • de tas        
  • de tassen

Slide 12 - Slide

Wat is dit?


  • het vest    
  • de vesten

Slide 13 - Slide

Wat is dit?


  • het overhemd    
  • de overhemden

Slide 14 - Slide

Wat is dit?


  • de jas        
  • de jassen

Slide 15 - Slide

Wat is dit?


  • de bloes      
  •  de bloezen

Slide 16 - Slide

Wat is dit? 


  • de medewerker   
  • de medewerkers

Slide 17 - Slide

Wat is dit? 


  • de kleding 

Slide 18 - Slide

Wat is dit? 


  • de paskamer    
  • de paskamers 

Slide 19 - Slide

Wat is dit? 


  • de (kleding) maat

Slide 20 - Slide

Wat is dit? 


  • (kleren) passen

Slide 21 - Slide

Wat is dit? 


  • trouwen    

Slide 22 - Slide

Wat is dit?


  • het feest        
  • de feesten    

Slide 23 - Slide

Wat is dit?

  • zwaaien        
  • ik zwaai         
  • hij zwaait      

Slide 24 - Slide

Wat is dit?

  • groeien       
  • ik groei        
  • jij groeit       
  • hij groeit     

Slide 25 - Slide

Wat is dit

  • gooien     
  • ik gooi      
  • jij gooit    
  • hij gooit   

Slide 26 - Slide

Wat doen deze bloemen?

  • bloeien          
  • hij bloeit        

Slide 27 - Slide

Wat is dit?

  • aaien         
  • ik aai          
  • jij aait        
  • hij aait      

Slide 28 - Slide

Wat is dit?

  • draaien                

Slide 29 - Slide

Wat is dit?

  • de kooi      
  • de kooien

Slide 30 - Slide

Wat is dit?

  • het lawaai             

Slide 31 - Slide

Wat is dit? Hij vindt het ...

  • moeilijk         

Slide 32 - Slide

Wat is dit?

  • naaien     
  • ik naai      
  • zij naait   


Slide 33 - Slide

Wat doet de wind?

  • waaien              
  • de wind waait

Slide 34 - Slide

De les is ...

  • saai            

Slide 35 - Slide

Wat is dit?

  • Doei!           
  • zwaaien    

Slide 36 - Slide

6.6 Welk? Welke?
In Th 1,2 en 5 heb je geleerd hoe je met deze woorden iets kunt vragen.

Kijk naar de video:

Slide 37 - Slide

Nu gaan we met welk en welke oefenen

Opdr 37 Wat hoor je?
Opdr 38 Kijk goed naar welk antwoord er gegeven wordt!!!
Opdr 39 Praat samen
Opdr 40 praat samen

Slide 38 - Slide

Lesdoelen voor vandaag
Na de les van vandaag:
  • Hebben we veel woorden herhaald en geoefend. Als je woorden vaak oefent en gebruikt, kun je ze beter onthouden en gebruiken!
  • Kennen jullie nog een manier om vragen te stellen met de woorden welk en welke  en hoe je deze woorden gebruikt.
  • Hebben we luister- en spreekoefeningen gedaan.

Slide 39 - Slide



Goed gewerkt.

Dank jullie wel!

Tot donderdag!

Slide 40 - Slide

We hebben vandaag geleerd over welk en welke


Waarvoor gebruik je deze woorden?
Wanneer gebruik je welk?
Wanneer gebruik je welke?

Slide 41 - Slide