ICT BASISKENNIS COMPUTER LES 1
1 / 35
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de touchpad
B
het beeldscherm
C
de tablet
D
de printer
Slide 3 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de muis
B
het beeldscherm
C
de tablet
D
de printer
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de muis
B
het beeldscherm
C
het toetsenbord
D
de printer
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de muis
B
het beeldscherm
C
het toetsenbord
D
de touchpad
Slide 6 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de tablet
B
het beeldscherm
C
het toetsenbord
D
de touchpad
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort bij het plaatje?
A
de tablet
B
het beeldscherm
C
het toetsenbord
D
de touchpad
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De toetsen op het toetsenbord zijn in alle landen hetzelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Tekst verwijderen
A
Enter-toets
B
Shift-toets
C
Backspace-toets
D
Delete-toets
Slide 18 - Quiz
Een nieuwe regel maken
A
Enter-toets
B
Shift-toets
C
Backspace-toets
D
Delete-toets
Slide 19 - Quiz
Een hoofdletter typen
A
Enter-toets
B
Shift-toets
C
Backspace-toets
D
Caps lock-toets
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Je kunt een programma openen door op een plaatje te klikken.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quiz
Je kunt een programma opslaan door op het plaatje 'floppy' te klikken.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quiz
Met welke knop kun je een programma sluiten?
A
1
B
2
C
3
