6.5 Rechte, scherpe en stompe hoeken

Download de LessonUp app
of ga naar lessonUp.app
Stelling van Pythagoras
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Download de LessonUp app
of ga naar lessonUp.app
Stelling van Pythagoras

Slide 1 - Slide

Vorige les:
- Ruimtefiguren en Pythagoras

Slide 2 - Slide

De vlakken zijn altijd rechthoeken!!
1.  Zoek een hulpvlak waarin het lijnstuk ligt

Slide 3 - Slide

2. Maak een schets van dit hulpvlak.

Slide 4 - Slide

3. Kijk of je de lengte van het gevraagde lijnstuk al kunt berekenen.

Slide 5 - Slide

3. Kijk of je de lengte van het gevraagde lijnstuk al kunt berekenen.

Slide 6 - Slide

Zijde             Kwadraat
AB = 7               49
BC = 6               36

AC = ...                85
Dus AC = 
85

Slide 7 - Slide

Zijde             Kwadraat
AC =                  85
AE = 5               25

CE = ...               110
85
Dus CE =  
110

Slide 8 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 9 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 10 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 11 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 12 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 13 - Slide

Bespreking opgave 30 (blz. 214)

Slide 14 - Slide

Deze les:
-  Scherpe, stompe en rechte hoeken
- Hoe onderzoek je of een driehoek rechthoekig, stomphoekig of scherphoekig is?

Slide 15 - Slide

Rechthoekige  driehoeken

Een driehoek met een rechte hoek.

Slide 16 - Slide

Scherphoekige driehoeken

Een driehoek waarvan alle hoeken scherp zijn.

Slide 17 - Slide

Stomphoekige driehoeken

Een driehoek met een stompe hoek.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

1.  Maak een schets

Slide 20 - Slide

2. Zet de kortste twee zijden van de driehoek in een schema

Slide 21 - Slide

3. Controleer of de uitkomst voor de langste zijde klopt met de gegeven lengte.

Slide 22 - Slide

4.  Klopt de uitkomst?

Slide 23 - Slide

Voorbeeld

Slide 24 - Slide

Voorbeeld
Kortste zijden: AC en BC
Zijde             Kwadraat
AC =  12              144
BC = 5                25

CE = ...                169

Slide 25 - Slide

Voorbeeld
Kortste zijden: AC en BC
Zijde             Kwadraat
AC =  12              144
BC = 5                25

AB = ...                169
Dus AB = 
169=13

Slide 26 - Slide

Voorbeeld
Kortste zijden: AC en BC
Zijde             Kwadraat
AC =  12              144
BC = 5                25

AB = ...                169
Dus AB = 
169=13
De gegeven zijde is groter (14) dan 13, dus ABC is stomphoekig.

Slide 27 - Slide



Onderzoek of de driehoek rechthoekig, stomphoekig of scherphoekig is.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

KL=148=12,17...

Slide 31 - Slide

KL=148=12,17...
De gegeven KL = 12, is kleiner dan de uitkomst KL =           , dus KLM is scherphoekig.
148

Slide 32 - Slide

Huiswerk voor dinsdag:

-  Maken 6.5 (online)
-  Minimaal 75% goed

Slide 33 - Slide