les 5B lezen paragraaf 5 cursus 1 meer dan lezen

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Romano
Quigley
Bjorn
Kaan
Arda
Vishesh
Aiden
Ryan
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Romano
Quigley
Bjorn
Kaan
Arda
Vishesh
Aiden
Ryan
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Slide 1 - Slide

Welkom! Fijn dat jullie er weer zijn!
Jas: Kapstok
Telefoon: Koffer
Op tafel: Laptop (dicht) 

Slide 2 - Slide

Vandaag:

  • lesdoel
  • korte instructie
  • Zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 3 - Slide

LESDOEL
Aan het eind van de les kan ik tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden herkennen.

Slide 4 - Slide

Als je een advertentie leest met de volgende tekst: "FATBIKES! Koop nu voor maar 800 euro!!!"
Wat zou dan een doel van de tekst zijn?

Slide 5 - Open question

Instructie

Slide 6 - Slide

Instructie
Je kent nu al een aantal tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden. Je leert nu twee nieuwe tekstverbanden: 

doel-middel en voorwaarde.

Slide 7 - Slide

Instructie
Bij het tekstverband doel-middel gaat het om het bereiken van een bepaald doel. Hiervoor is een middel nodig, iets wat gebruikt wordt om het doel te bereiken. Je herkent dit verband bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van.

Bijvoorbeeld: Ik sta ’s morgens vroeg op, zodat ik op tijd bij de bushalte ben.
Doel: op tijd bij de bushalte zijn
Middel: vroeg opstaan

Slide 8 - Slide

Instructie
Een voorwaarde is iets wat moet gebeuren, voordat iets anders kan gebeuren. Het maakt dus duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt. Je herkent het tekstverband voorwaarde bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits.
Bijvoorbeeld:
Ik krijg elke zaterdag vijf euro van mijn vader, als ik zijn auto was.
Wat er kan gebeuren: Ik krijg vijf euro.
Voorwaarde (wat er eerst moet gebeuren): de auto wassen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Toepassing doel-middel
Om haar conditie te verbeteren, gaat Lisa drie keer per week hardlopen."
Wat is het doel:
  • haar conditie verbeteren

Wat is het middel: 
  • drie keer per week hardlopen

Slide 11 - Slide

Toepassing doel-middel
De school organiseert bijles om de examenresultaten te verbeteren.
Doel: 
  • de examenresultaten verbeteren
Middel:
  • bijles organiseren

Slide 12 - Slide

Toepassing doel-middel
Om afval te verminderen, gebruiken we herbruikbare tasjes.
Doel:
  • afval verminderen
Middel:
  • herbruikbare tasjes gebruiken

Slide 13 - Slide

Toepassing voorwaarde
Als het morgen niet regent, gaan we naar het strand.
Voorwaarde: 
  • Als het morgen niet regent
Gevolg:
  • dan gaan we naar het strand

Slide 14 - Slide

Toepassing voorwaarde
Je mag mee op schoolreisje, mits je al je huiswerk op tijd af hebt.
Voorwaarde:
  • mits je al je huiswerk op tijd af hebt
Gevolg:
  • je mag mee op schoolreisje

Slide 15 - Slide

Toepassing voorwaarde
Indien de vergadering uitloopt, wordt de presentatie naar morgen verplaatst.
Voorwaarde: 
  • indien de vergadering uitloopt
Gevolg:
  • wordt de presentatie verplaatst

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Je maakt de opdrachten 1 tot en met 7 van Cursus 1 - Meer dan lezen paragraaf 5 helemaal af. 
timer
15:00
Je werkt stil en zelfstandig

Slide 17 - Slide

Evaluatie
Heb jij het lesdoel van vandaag behaald?
Heb je alle opdrachten afgekregen?

Slide 18 - Slide

DONDERDAG 12 JUNI
Cursus 1 - meer dan lezen. 
Je hebt alle opdrachten van paragraaf 5 af. Ook heb je gekeken naar de vorige vier paragrafen. Wat nog niet gemaakt is, moet ook af zijn. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide