Dagbesteding - hoofdstuk 6 (deel 2)

Dagbesteding 6.4 t/m 6.6
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dagbesteding 6.4 t/m 6.6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik
  • 6.4 t/m 6.6
  • Aan de slag
  • Huiswerk 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Igor (gastspreker) wil graag feedback ontvangen. Hij wil graag opbouwende en positieve feedback ontvangen. Noteer hier jouw feedback aan Igor.
timer
2:00

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Mensen hebben verschillende redenen om te werken. Sleep de juiste reden naar de juiste uitleg. 
Arbeid kan bevrediging geven. Je voelt je nuttig.
Het soort werk wat je doet, geeft je een positie in de samenleving.
In je werk leer je steeds nieuwe dingen. Je ontmoet interessante mensen, lost problemen op, organiseert activiteiten enzovoort.
Werk bepaalt voor een groot deel je dagindeling.
Voldoening
Status
Ontplooiingskansen
Stuctuur

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Er zijn verschillende soorten werk met elk hun eigen waarde. Welke 'waarde' hoort bij de volgende situatie?:


Mevrouw Jansen is mantelzorger voor haar man.
timer
0:30
A
Vrijwilligerswerk
B
Betaalde werk
C
Onbetaald werk

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

4

Slide 6 - Video

This item has no instructions

00:13
Wat voor soort project zou dit zijn?
timer
0:20
A
Schoonmaakproject
B
Groenonderhoudproject
C
Timmerwerkplaats
D
Fietsherstelproject

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

00:40
Welk doel van arbeidsmatige dagbesteding wordt behaald met het lerend effect wat benoemd is?
timer
0:45
A
Het leren samenwerken
B
Het wennen aan werk
C
Het ontwikkelen of op peil houden van vaardigheden
D
Het ontdekken van je mogelijkheden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

01:08
Waar zorgt samenwerken voor?
timer
0:30
A
Het trainen van sociale vaardigheden
B
Werken aan structuur
C
Het wennen aan werk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

01:38
Aan welke doelen voldoet deze vorm van arbeidsmatige dagbesteding?
timer
0:30
A
Het ontwikkelen of op peil houden van vaardigheden
B
Leren samenwerken
C
Het ontdekken van je mogelijkheden
D
Het wennen aan werk, met mogelijk een doorstroom naar vormen van beschut of begeleid werk, vrijwilligerswerk of regulier werk.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Arbeidsmogelijkheden en arbeidsbeperkingen 
Is betaald werk niet (meer) haalbaar voor de cliënt? --> zoektocht naar passende dagbesteding.

Doelen bij arbeidsmatige dagbesteding:
  • Het ontwikkelen of op peil ouden van vaardigheden
  • Werken aan structuur/stabiliteit
  • Leren samenwerken
  • Het ontdekken van je mogelijkheden
  • Het wennen aan werk, met mogelijk een doorstroom naar vormen van beschut of begeleid werk, vrijwilligerswerk of regulier werk.
  • Het trainen van sociale en arbeidsvaardigheden.
Aan deze doelen kun je werken d.m.v. bv. een schoonmaakproject of fietsherstelproject.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Arbeidshandicap
= wanneer het disfunctioneren van een cliënt invloed heeft op de arbeidssituatie
  • Begeleiding: focus op het leren omgaan met de arbeidshandicap en/of naar een aangepaste dagbesteding
  • Je hebt een arbeidsbeperking, maar dit ben je niet. 

Iemand met een arbeidshandicap kan op de volgende gebieden beperkingen ervaren:
- Sociaal
- Emotioneel
- Cognitief
- Motorisch

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een arbeidsgehandicapte?
timer
0:30
A
Als iemand vrijwel geen enkele vorm van arbeid uit kan voeren.
B
Nooit, omdat mensen het niet op prijs stellen als je dat woord gebruikt.
C
Nooit, omdat de handicap te maken heeft met de situatie, niet met de persoon.
D
Als iemand vrijwel geen enkele vorm van arbeid uit wil voeren.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Arbeidsrehabilitatie
Arbeidsrehabilitatie =  proces waarbij een werknemer wordt geholpen op zijn oude niveau te functioneren. 

  • Je schept arbeidsmogelijkheden voor de cliënt die vergelijkbaar zijn met die van anderen in de maatschappij, waarbij twee aspecten worden benadrukt:
               - Het individu
               - De actieve benadering van de omgeving

  • Supported employment

Slide 14 - Slide

Als jouw acties erop gericht zijn om de cliënt (weer) in staat te stellen om te gaan werken.
Wat is arbeidsrehabilitatie?
timer
0:45
A
De cliënt in staat stellen weer te gaan werken.
B
Solliciteren naar een baan.
C
De cliënt observeren en zijn/haar (on)mogelijkheden vaststellen
D
Op zoek gaan naar betaald of onbetaald werk.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Supported employment is bedoeld voor:
timer
0:30
A
Arbeidsgehandicapten
B
Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
C
Jongeren die net van een opleiding komen
D
Werklozen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Doel: met je twee- of drietal de leerstof van 6.6 verwerken.
Wie?: In je twee- of drietal in break-out rooms.
Hoe?: 
1.  jullie lezen 6.6 Sociaal ondernemen (blz. 120 t/m 122). 
2. Na het lezen formuleren jullie 6 vragen over de leerstof in word. Dit mogen minimaal 4 open vragen zijn (mag meer dus). 
3.   Je noteert de vragen op de padlet onder jou groep. 
4. Je beantwoord de vragen van de vragen die een andere groep heeft opgesteld.
Groep 1 beantwoordt de vragen van groep 3. Groep 3 beantwoordt de vragen van groep 1.
Groep 2 beantwoordt de vragen van groep 4. Groep 4 beantwoordt de vragen van groep 2.
Groep 5 beantwoordt de vragen van groep 6. Groep 6 beantwoordt de vragen van groep 5. 
6. Heb je jou vragen beantwoord? Kijk dan de antwoorden van de groep die jullie vragen beantwoordt heeft na. Is het goed beantwoordt, geef dan een duim omhoog, is die fout beantwoordt, geef dan een duim omlaag. 

Tijd: 10 minuten om de theorie te lezen en vragen te formuleren. 10 minuten om de 7 vragen te beantwoorden. 5 minuten om de antwoorden van de andere groep na te kijken + feedback geven.  

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Thieme: 3.6 Werken: niveau 3 + 4: opdracht 1, 3, 4 & 5.
  • Verwerkingsopdracht: maak een mindmap over paragraaf 6.1 t/m 6.4. Zorg ervoor dat je vertakkingen maakt binnen je mindmap!

--> Beide opdrachten uiterlijk maandag 5 april 23:59 aftekenen en inleveren via Teams!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sociaal ondernemen
= ondernemen met een maatschappelijke missie. 

  • Het is een gewone ondernemer met een ondermingsplan en levert een product. 

  • Verschil met een gewone onderneming: geld verdienen is niet het hoofddoel, maar een middel. 

  • Het doel is om van maatschappelijke betekenis te zijn. 

Bv. het Toverbaltheater

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Het INAA-model
Het toverbaltheater heeft een eigen methodiek ontwikkeld: INAA-model (inclusion, natural, artistic, attude model).
--> is een methodiek waarin het draait om een natuurlijke, eigenwijze manier van werken aan een inclusieve omgeving met de kracht van kunstzinnige middelen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions