1.3 Stoffen zuiveren03

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

DEZE LES

Filtreren

• Bruikbaar bij suspensies.
• Suspensie: mengsel van een slecht oplosbare stof in een vloeistof.
• Verschil in deeltjesgrootte.
• Filtraat is helder.

Bezinken en afschenken

Verschil in dichtheid

Centrifugeren 

• Bruikbaar bij suspensies of emulsies.
• Emulsie:  mengsel van twee vloeistoffen die niet mengen (olie en water)
• Verschil in dichtheid.

Extraheren

• Bruikbaar bij mengsels van vaste stoffen.
  
• Koffiebonen, theeblaadjes
• Verschil in oplosbaarheid.
• Er zitten dus goed en slecht oplosbare stoffen in.

Indampen

• Bruikbaar bij oplossingen.
• Oplossing: mengsel van een goed oplosbare stof in een vloeistof.
• Verschil in kookpunt.
• Stof met hoogste kookpunt blijft over.

Destilleren

• Bruikbaar bij oplossingen.
• Verschil in kookpunt.
  
• Stof met laagste kookpunt blijft over.
• Voor een betere scheiding moeten de kookpunten ver uit elkaar liggen

alcohol = 78 ^o C

water = 100 ^o C

residu

ideaal mengsel

Adsorberen

• Bruikbaar bij oplossingen of gasmengels.
• Verschil in aanhechtingsvermogen.
• Voor een betere scheiding moeten de kookpunten ver uit elkaar liggen

AFSLUITING