Insulae 1.7 deel 1 (NETH)

M&Tscience uitleg les 1.7
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M&Tscience uitleg les 1.7
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Eenheden die bij een zelfde grootheid horen kun je in elkaar omrekenen.

Slide 2 - Slide

Wat is de centrale eenheid van hectoWatt
A
Hecto
B
Afstand
C
Watt
D
Energie

Slide 3 - Quiz

55m = ....hm
A
0,55
B
5,50
C
550
D
5500

Slide 4 - Quiz

23.000 dm = ....km
A
0,23
B
2,3
C
23
D
230

Slide 5 - Quiz

reken om:
0,264 g = …..... mg
A
2,64 mg
B
26,4 mg
C
264 mg
D
0,0264 mg

Slide 6 - Quiz

Doelen
  • L1 -21 Je kunt rekenen met de vergroot- en verkleinwoorden van vierkante meters.
  • L1 -22 Je kunt rekenen met de vergroot- en verkleinwoorden van kubieke meters.
  • L1 -23 Je kunt rekenen met de vergroot- en verkleinwoorden van kubieke meters en deze omrekenen naar liters en andersom.

Slide 7 - Slide

Deel 1 - Oppervlakte

Slide 8 - Slide

1 hokje = 1 cm
Oppervlakte rechthoek
De lengte is 7 cm
De breedte is 4 cm

lengte x breedte = 
oppervlakte van een rechthoek

Slide 9 - Slide

1 hokje = 1 cm
Oppervlakte rechthoek
7 x 4 = 28 cm²
De lengte is 7 cm
De breedte is 4 cm
Vergeet niet dit tweetje op te schrijven

Slide 10 - Slide

Oppervlakte eenheden omrekenen
1m2

Slide 11 - Slide

Oppervlakte eenheden omrekenen
1m3
100dm2
10 dm
10 dm

Slide 12 - Slide

Omrekenen van oppervlakte maten

Slide 13 - Slide

Oefenopdracht
Een stoeptegel heeft een afmeting van 30 cm x 30 cm. Hierdoor heeft het een oppervlakte van 900 cm2.
Janneke wil een terras leggen met een oppervlakte van 15 m2. Aangezien ze graag wil weten hoeveel
tegels ze daarvoor nodig heeft, moet jij het oppervlakte van de stoeptegel omrekenen naar vierkante meters.

Slide 14 - Slide

Voorbeeldopgave 8
1. Waar begin ik? 
2. Waar wil ik heen?
3. Reken het uit.

Slide 15 - Slide

Antwoord
1. Waar begin ik? 
2. Waar wil ik heen?
3. Reken het uit.

Slide 16 - Slide

0,04 km2 = ....m2
A
40
B
400
C
4.000
D
40.000

Slide 17 - Quiz

76 cm2 = .... mm2
A
0,76
B
7,6
C
760
D
7600

Slide 18 - Quiz

Oefenen
1. Opdracht 60 t/m 63
2. Nakijken opdracht 60 t/m 63

3. Alles goed? Ga door!
4. Fouten gemaakt? Maak extra opdrachten!
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Deel 2 - Inhoud omrekenen

Slide 20 - Slide

Omreken van inhoudsmaten 

Slide 21 - Slide

1 m3 is evenveel als
A
1.000 cm3
B
100 cm3
C
10 cm3
D
1.000.000 cm3

Slide 22 - Quiz

reken om:
2,743 dm3 = …....... cm3
A
27,43 cm3
B
274,3 cm3
C
2743 cm3
D
2,743 cm3

Slide 23 - Quiz


7 dm3 =

A
7000 cm3
B
70 cm3
C
700 cm3
D
7 cm3

Slide 24 - Quiz

De inhoud van deze balk is...
A
240 cm3
B
0,024 dm3
C
0,24 dm3
D
2,4 cm3

Slide 25 - Quiz

Oefenen
1. Opdracht E115 t/m E118
2. Nakijken opdracht E115 t/m E118

3. Alles goed? Ga door!
4. Fouten gemaakt? Maak extra opdrachten!

Huiswerk 60 t/m 63 en E115 t/m E118
timer
1:00

Slide 26 - Slide