10.4 Rekenen aan hefbomen

10.4 Rekenen aan hefbomen
Rekenen met de formule van het moment.
Rekenen met de hefboomregel.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.4 Rekenen aan hefbomen
Rekenen met de formule van het moment.
Rekenen met de hefboomregel.

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Voor kleuters is spelen op een wip erg leuk, vooral als de kleuters bijna even zwaar zijn. Als de ene kleuter lichter is dan de andere kleuter, dan komt hij niet meer naar beneden. Als de zwaardere kleuter naar voren schuift, komt de wip weer in evenwicht. Blijkbaar is de afstand tot het draaipunt ook belangrijk.

Slide 2 - Slide

Bij evenwicht geldt:
gewicht x gaatjes links = gewicht x gaatjes rechts
2 x 3 = 2 x 3

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Werken met een hefboom
Een hefboom heeft een draaipunt (midden moer)
Je spierkracht werkt over een grote arm (loodrechte afstand van de kracht tot het draaipunt). De kracht op de moer is groot, want deze heeft een kortere arm




Slide 7 - Slide

Het moment
Het moment is een maat voor de draaikracht, de kracht die iets wil laten ronddraaien of roteren

Berekenen:
Het moment = de grootte van de kracht x de lengte van de arm.
In formule: M = F x r 

Slide 8 - Slide

De arm r is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 9 - Slide

De momentenwet
De som van de momenten linksom = de som van de momenten rechtsom (dan is er evenwicht)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Belang lesdoel
Hefbomen juist toepassen is erg handig, denk aan ;
flesopener, notenkraker, krik, wip, koevoet, schaar etc.

In de toetsen is dit een veel voorkomend onderwerp.

Slide 14 - Slide

Controlevragen
1a Noem drie enkele hefbomen.
1b Noem drie dubbele hefbomen.
1c Noteer de formule voor het moment.
1 d Noteer de hefboomregel.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

26 kg

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

95 N

Slide 25 - Slide

95N

Slide 26 - Slide

Wil je nog meer uitleg: bekijk het volgende instuctie-filmpje nog een keer
Let op! In de formule in het filmpje wordt de letter L gebruikt voor de arm. Dit moet een letter r zijn zoals in het boek staat! 
De juiste formules zijn dus M=F*r en (F*r)L=(F*r)R
De rest van het filmpje klopt met de uitleg uit het boek.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Wat is de formule die hoort bij de momentenwet?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide