doelen 1 t/m 4

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Wat is de omtrek?
A
een niet gesloten lijn
B
de binnenkant van een gesloten lijn
C
de rand van een figuur
D
de zijkant van een blok

Slide 4 - Quiz

Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?
A
seconde
B
uur
C
jaar
D
stopwatch

Slide 5 - Quiz

Wat is de eenheid van omtrek?
A
m
B
C
dm²
D

Slide 6 - Quiz

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Handige maten:
Wat is de hoogte van een verdieping?
A
180 cm
B
3 meter
C
2 meter
D
150 cm

Slide 9 - Quiz

Handige maten:
Wat is de lengte van een volwassene?
A
200 cm
B
2 meter
C
170 cm
D
180 cm

Slide 10 - Quiz

Handige maten:
Wat is de afstand pink-duim?
A
10 cm
B
20 cm
C
1 m
D
100 cm

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de maten van een deur?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Ik wil de oppervlakte berekenen van 3 km x 2 m
Ik zorg ervoor dat beide maten.... zijn.
A
km
B
hm
C
dam
D
m

Slide 14 - Quiz

Ik wil de oppervlakte berekenen van 30 cm x 2 m
Ik zorg ervoor dat beide maten.... zijn.
A
cm
B
dam
C
m
D
mm

Slide 15 - Quiz

De formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek/vierkant =
A
Oppervlakte rechthoek = lengte + breedte
B
Oppervlakte rechthoek = lengte + lengte
C
Oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
D
bestaat geen formule voor

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Maak de zin kloppende. Sleep de woorden naar de juiste plek!
Kan
1
2
3
4
5
6
7
Dametje
Meten
De
Centimeter
Met
Het

Slide 18 - Drag question

2 m =
A
20 cm
B
200 cm

Slide 19 - Quiz

Omrekenen met oppervlaktematen

Slide 20 - Slide


25m2=
A
250cm2
B
2500cm2
C
25000cm2
D
250000cm2

Slide 21 - Quiz


200dam2=
A
2m2
B
200m2
C
20000m2
D
200000m2

Slide 22 - Quiz


350000m2=
A
35000km2
B
3500km2
C
35km2
D
0,35km2

Slide 23 - Quiz





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf start met een inleidende opdracht - deze staat ook in je boek op de eerste bladzijde van de paragraaf.
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!


 



1) Hoe vind je de omtrek en de oppervlakte van een figuur?
2) Hoe gebruik je bij het schatten vuistregels?
3) Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek? 
4) Hoe reken je  oppervlakte-eenheden om?
5) Hoe bereken je de oppervlakte van een figuur met behulp van inlijsten?
6) Hoe bereken je de inhoud?
7) Hoe reken je inhoudseenheden om?
8) Hoe bereken je de inhoud met verschillende lengte eenheden? 


Slide 24 - Slide

Aan de slag:
Doelen 1 en 2 maken: blz 130 t/m 133
inleidende opdracht, 3, 5 en 8 --> O2 en O4 of U1 en U2 + leerdoelen bereikt, E1, E2 en E3 (blz 152)
Doelen 3 en 4 maken: blz 134 t/m 137
inleidende opdracht, 13, 14 en 16--> O10, O12 en o15 of U3 en U4 + leerdoelen bereikt, E4, E5, E6 en E7 (blz 153 + 154)

Slide 25 - Slide