Proeftoets 1KT spelling

spelling
• Je kunt de stam en de ik-vorm van een werkwoord aanwijzen
• Je weet dat je sommige moeilijke woorden gewoon moet onthouden. au of ou? , ij of ei? i of ie?
• Je kan de persoonsvorm in de juiste tijd zetten
• Je weet wanneer je een enkele of dubbele medeklinker moet schrijven
• Je weet wanneer je een enkele of dubbele klinker moet schrijven
• Je kent de begrippen klankvast en klankveranderend


1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

spelling
• Je kunt de stam en de ik-vorm van een werkwoord aanwijzen
• Je weet dat je sommige moeilijke woorden gewoon moet onthouden. au of ou? , ij of ei? i of ie?
• Je kan de persoonsvorm in de juiste tijd zetten
• Je weet wanneer je een enkele of dubbele medeklinker moet schrijven
• Je weet wanneer je een enkele of dubbele klinker moet schrijven
• Je kent de begrippen klankvast en klankveranderend


Slide 1 - Slide

Noteer de juiste meervouden.

Wij (hoop) dat jullie een voldoende voor deze toets (haal).
A
hoopen, haalen
B
hopen, halen
C
hopen, halllen
D
hooppen, haallen

Slide 2 - Quiz

Drie kolommen : werkwoord, stam en ik-vorm.

zitt
A
werkwoord
B
stam
C
ik-vorm

Slide 3 - Quiz

Noteer de juiste ik-vorm van
verven, vertellen, niezen, zwemmen, verliezen
A
verf, vertell, niez, zwemm, verliez
B
verf, vertel, nies, zwem, verlies
C
verft, vertelt, niest, zwemt, verliest
D
verv, vertell, niez, zwemm, verliez

Slide 4 - Quiz

Noteer het hele werkwoord en de stam
Hij verliest zijn voetbalschoen

Slide 5 - Open question

.................(worden) je ook zo blij van de vakantie?
A
Wordt
B
Wort
C
Werd
D
Word

Slide 6 - Quiz

De stam en de ik-vorm zijn altijd precies hetzelfde.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Zoek de klankvaste werkwoorden
A
vertellen, zwemmen, lopen, rekenen, verhuizen
B
vertellen, rekenen
C
zwemmen, lopen, verhuizen
D
zwemmen, lopen, rekenen, berhuizen

Slide 8 - Quiz

Wat hoort op de ..... ?

"ik ........ deze taalquiz heel leuk"
timer
0:30
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden

Slide 9 - Quiz

werkwoorden: De kreeft (worden)......tt opgegeten door de haai.

Slide 10 - Open question

Dat (vinden).....tt je vast zielig voor dat beestje!

Slide 11 - Open question

(Worden) je broer ook lid van
de hockeyclub?

Slide 12 - Open question

Stefano repareerde alle computers in de klas.
A
tt
B
vt

Slide 13 - Quiz

Vul au of ou in

De kab..ter paste makkelijk in mijn m..w
A
ou, ou
B
au, au
C
au, ou
D
ou, au

Slide 14 - Quiz

ei of ij
__ndelijk kunnen we naar huis
A
ei
B
ij

Slide 15 - Quiz

Wat is de vt (ik vorm) van kiezen?
A
kieste
B
koos
C
kiesde
D
kiezte

Slide 16 - Quiz

Welke verleden tijd is goed in deze zin:
Hij (leiden) ons door de stad Gouda.
A
leide
B
leidde
C
leidt
D
leidte

Slide 17 - Quiz

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 20 - Quiz

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 21 - Quiz

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
    It's Learning : vak Nederlands onderdeel spelling blok 1 t/m 3
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video