Zwangerschapstest

Zwangerschapstest
Laboratoriumwerkzaamheden 
Leerjaar 2
J. Witte, MEd
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zwangerschapstest
Laboratoriumwerkzaamheden 
Leerjaar 2
J. Witte, MEd

Slide 1 - Slide

Wanneer is een eicel bevrucht (volgens de wetenschap)
A
Zodra het sperma de eicel bereikt
B
Zodra de kop van de zaadcel in de eicel zit
C
Zodra de celkernen van de zaadcel en de eicel versmelten
D
zodra de eicel zich gaat delen

Slide 2 - Quiz

Wanneer spreken we van een zwangerschap (volgens de wetenschap)?
A
Zodra de eicel bevrucht is
B
Zodra de bevruchte eicel zich gaat delen
C
Zodra de bevruchte eicel ingenesteld is
D
Zodra de placenta gevormd is

Slide 3 - Quiz

De indicator van een zwangerschapstest verkleurt op basis van de aanwezigheid van .....
A
oestrogeen
B
hCG
C
progesteron
D
testosteron

Slide 4 - Quiz

hCG wordt gemaakt door
A
de placenta
B
het embryo
C
de eierstokken van de moeder
D
de vruchtvliezen

Slide 5 - Quiz

Vanaf welke week van de zwangerschap kan een zwangerschapstest positief zijn?
A
vanaf week 1
B
vanaf week 4
C
vanaf week 8
D
vanaf week 12

Slide 6 - Quiz

Vanaf welke week in de zwangerschap daalt de productie van hCG?
A
vanaf week 4
B
vanaf week 12
C
vanaf week 16
D
Productie gaat door tot aan de bevalling

Slide 7 - Quiz

Kan je na de bevalling nog hCG in de urine van de moeder meten?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Hoe vaak komt een miskraam voor?
A
10% van de zwangerschappen
B
25% van de zwangerschappen
C
40 % van de zwangerschappen
D
60 % van de zwangerschappen

Slide 9 - Quiz

De meeste miskramen vinden plaats
A
vóór de 12e week van de zwangerschap
B
Ná de 12e week van de zwangerschap

Slide 10 - Quiz

Voor een zwangerschapstest moet je ochtend-urine gebruiken
A
Juist
B
Onjuist
C
Hoeft niet perse

Slide 11 - Quiz

Een zwangerschapstest via de huisarts wordt altijd vergoed door de zorgverzekering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een vals negatieve uitslag van een zwangerschapstest kan veroorzaakt worden door:
A
geen ochtendurine gebruikt
B
te veel drinken vóór de test
C
te weinig drinken vóór de test
D
te vroeg in de zwangerschap testen

Slide 13 - Quiz

Bij een zwangerschapstest kan men over de teststick heen plassen (hoeft niet perse in urine gedoopt te worden)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Zwangerschapstest met bloed heeft een hoge sensitiviteit. Een hoge sensitiviteit betekent:
A
Hoge kans op pos. uitslag persoon die ziek is
B
Lage kans op pos. uitslag persoon die ziek is
C
Hoge kans op pos. uitslag persoon NIET ziek is

Slide 15 - Quiz

Als er geen streepjes te zien zijn op een zwangerschapstest (bij C en T) dan
A
Geen zwangerschap
B
Wel zwangerschap
C
Test werkt niet

Slide 16 - Quiz

Een zwak positieve zwangerschapstest kan betekenen dat er een EUG is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Voordat je de uitslag van de test mededeelt:

Slide 18 - Mind map