Themakatern: Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Hoofdvraag:Hoe zijn in Nederland vanaf 1780 een rechtsstaat en een parlementaire democratie ontstaan?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Themakatern: Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Hoofdvraag:Hoe zijn in Nederland vanaf 1780 een rechtsstaat en een parlementaire democratie ontstaan?
Slide 1 - Slide
Wat is een democratie?
Slide 2 - Mind map
Kenmerken van een parlementaire democratie:
Demos= volk Kratein = regeren/ heersen
Het Parlement (de Tweede en Eerste Kamer samen) is de hoogste controlerende instantie.
Het bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van het volk.
Slide 3 - Slide
Wat is een rechtsstaat?
Slide 4 - Mind map
Kenmerken van een rechtsstaat:
De grondwetis de basis voor alle wetten.
Wetten gelden voor iedereen. Iedereen is gelijk voor de wet.
Je kunt je gelijk krijgen bij onafhankelijke rechters.
Overheid legt verantwoording af aan volksvertegenwoordiging.
Rechtsstaat: een staat waarin de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd in wetten
Burger: inwoner van een land met rechten en plichten
Slide 5 - Slide
0
Slide 6 - Video
0
Slide 7 - Video
Gevolgen coronacrisis voor de rechtsstaat in Nederland:
Om de corinacrisis aan te pakken neemt de regering maatregelen om de bevolking en de economie te beschermen maar deze maatregelen kunnen botsen met onze grondrechten.
Welke grondrechten worden nu beperkt?
Slide 8 - Slide
Artikel 1: Gelijkheidsbeginsel Iedereen is gelijk, je mag niet discrimineren
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 9 - Quiz
Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging Je mag zelf weten waarin je gelooft en je mag je geloof uitoefenen
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 10 - Quiz
Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting, waaronder vrijheid van drukpers. Je mag je eigen mening hebben en de overheid controleert niet vooraf wat er in de krant geschreven wordt of op tv komt
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 11 - Quiz
Artikel 8: Vrijheid van vereniging. Iedereen mag een vereniging oprichten, bijvoorbeeld een voetbalclub of zwemvereniging. Hiervoor hoef je geen toestemming te vragen aan de overheid.
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 12 - Quiz
Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging. Je mag in Nederland demonstreren. Je moet dit wel van tevoren melden
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 13 - Quiz
Artikel 17: Vrije toegang tot de rechter. Iedereen kan naar de rechter stappen.
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 14 - Quiz
Artikel 23: Onderwijs, waaronder vrijheid van onderwijs. In Nederland heeft iedereen recht op onderwijs, er is zelfs leerplicht. Er mogen verschillende scholen worden opgericht zoals katholieke, protestantse of islamitische school
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 15 - Quiz
Artikel 50: Er is een volksvertegenwoordiging. Nederlanders mogen stemmen voor de Tweede kamer. De kamerleden vertegenwoordigen het volk.
A
Dit wordt nu beperkt
B
Dit wordt niet beperkt
Slide 16 - Quiz
H1. Verlichting en revolutie (1780-1814)
Welke stappen zijn tijdens de Verlichting, de Bataafse Republiek en de Franse tijd gezet op de weg naar een democratische rechtsstaat in Nederland?
Slide 17 - Slide
Aan de slag
Wat?
Geef aan of je het eens bent met de volgende stelling: “Nederland werd tussen 1781 en 1813 steeds democratischer.”
Hoe?
Ga zelfstandig op onderzoek uit: Hoe democratisch was Nederland tussen 1781 en 1813 nou eigenlijk?