1mh1: H3 woordenschat + kijken en luisteren

1MH - maandag 30 november 
Klaarleggen: Leesboek/chromebook, huiswerk 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

1MH - maandag 30 november 
Klaarleggen: Leesboek/chromebook, huiswerk 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning 1mh1
1. 10 minuten lezen :)  
2. H3 woordenschat uitleg & opdracht 1 bespreken
3. Aan de slag! 
4. Afsluiting 

Lesdoel: Aan het einde van de les kun je voorbeelden van onbekende woorden vinden. 

Slide 2 - Slide

Na het lezen even 2 minuten om te kletsen. Daarna aandacht bij het bespreken van de toets!! 
Eerste tien minuten lezen
`        


LET OP: Vanaf volgende week moet je
weer een leesboek mee hebben. 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Woordraadstrategieën
H1: Synoniem 
H2: Een omschrijving zoeken 
H3: Een voorbeeld zoeken 
H4: Een tegenstelling zoeken
H5: Een bekend woorddeel zoeken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H3. een voorbeeld zoeken

Jongeren die iets hebben vernield, krijgen soms een taakstraf, zoals papier prikken of onkruid weghalen. 

Ken je de betekenis van een woord niet? --> Kijk of er voorbeelden in de tekst staan!! 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld gebruiken 



'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit
te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 bespreken van H3 woordenschat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
WAT: Opdracht 2
HOE: Alleen of samenwerken, fluisteren
HOE LANG: Tot 10:00
HULP: Ik loop rond voor vragen
KLAAR: Opdracht 3 + 4 (huiswerk) 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Letterlijk of figuurlijk?
Veronique draagt een prachtige gouden ring.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Letterlijk of figuurlijk?
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik (opdracht 3)

Letterlijk = het staat er precies zoals het is.

Figuurlijk = Als een zin figuurlijk is bedoeld, dan betekent het dat er iets anders wordt bedoeld dan er staat. Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn figuurlijk taalgebruik. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een voorbeeld zoeken
Voorbeelden staan vaak tussen _______, ______ of ______.

Voorbeelden worden aangegeven door de woorden ______, ______ en ______.

Soms staan er ook voorbeelden na _______.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zoekend kijken & luisteren
Opdracht 1 + 2 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
NU: tijd om je huiswerk te maken

Huiswerk: H3 woordenschat opdracht 1 t/m 4 af. 

Let op! Ga naar de bieb als je nog geen nieuw leesboek hebt. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Toets bespreken
We maken de toets klassikaal. 
Goed mee doen & meelezen! 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions