Les 17, klas 1b, di 10 dec

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

- MO (15 min)

- hw controle (5 min)

- WhatsApp-bericht bespreken (10min)

- nakijken tot ....?? ( 10 min)

- opdracht voor mijn stage :) (10 min)

_______volgend uur________

- kloktijden herhalen (5 min)

- de regelmatige ww'en herhalen (10 min)

- de ontkenning herhalen (10 min)

- les devoirs

- spelletje over de getallen als we tijd over hebben?

MO (15min)

Fermez vos livres !

Hw controle+ bespreken (15 min)

Hou allemaal jullie schrift in de lucht zodat ik kan zien wie het heeft gemaakt.

Ik kies iemand uit die zijn/haar berichtje moet voorlezen :)

Nakijken tot....?

(10 min)

Opdracht voor mijn stage

Wat: Voor mijn stage moet ik een sociogram maken van jullie klas. Ik ga een schema maken van de leerlingen die het goed/ slecht met elkaar kunnen vinden/ werken. 

Jullie moeten individueel 4 vragen invullen. Hieruit kan ik dan uitmaken hoe de vriendschappen in deze klas eruit zien.

Ga op je telefoon naar:www.sometics.com/nl/start

Voer deze groepscode in: YUEWIZ

Klik op je naam en beantwoord de vragen.

Merciiiii :)

De kloktijden

1. het is 9.05 : il est neuf heures cinq

2. het is 2.30: il est deux heures et demie

3. het is 12.00: il est midi

4. het is 6.15 : il est six heures et quart

5. het is 1.00: il est une heure

6. het is 1.45 : il est deux heures moins le quart

7. het is 9.50 (lastig!!!) : il est dix heures moins dix

De regelmatige ww'en op -er (10 min)

1. Hoe herken je een reg. ww op -er?: door de laatste twee letters (er)

2. Hoe vervoeg je een reg. ww op -er? welke stappen maak je?: -er eraf , kijk naar pers.vnw, + uitgangen

3. Jij danst : tu danses

4. wij luisteren : on écoute / nous écoutons

5. ik woon : j'habite

6. u werkt : vous travaillez

7. de leerlingen organiseren : les élèves organisent

-> leer goed de betekenissen van de werkwoorden die staan bij grammaire C

La négation (10min)

1. Hoe maak je een ontkenning? : ne/n' voor de persoonsvorm, pas erachter.

2. Wat gebeurt er als je een zin moet ontkennen met un/une/des in de zin? (bijv. je mange une pomme.)

3. jij geeft het boek niet. = tu ne donnes pas le livre.

4. Jij hebt geen boek. = tu n' as pas de livre.

5. Het is geen boek. = c' est / il n'est pas un livre

6. Je vais donner le livre. = ik ga het boek geven.--> maak ontkennend (Lastige!!!)  je ne vais pas donner le livre

Les devoirs

Faire: ex. 34E, 36, tâche: étape 2

apprendre: voca AB

Vergeet niet:

17-12 SO:

Grammaire C

Phrases-clés D

Les heures

Grammaire H

voca ABE

De vervoeging van het werkwoord être (uit hoofdstuk 1) komt ook terug